Sturen sportclubs het nieuws?

| Dit artikel past in een opdracht voor studenten uit het derde jaar met als onderwerp scoop.

Credit: Céline Mawet

 

De relatie tussen de sportpers en de clubs hangt vaak af van de sporttak. Interviews met voetballers moeten altijd via de persverantwoordelijke gebeuren. In de wielerwereld gaat dat er net iets anders aan toe.  

Een voetbalverslaggever in de Jupiler Pro League wil getuigen over zijn ervaringen met persreglementen, maar alleen anoniem. Hij wil namelijk niet herkend worden op zijn eigen redactie of door de voetbalclubs. “Ik wil geen clubs viseren, want het gaat over een algemene tendens bij de Belgische topclubs. Ik bezoek meestal de topclubs in de Jupiler Pro League: Standard, Club Brugge, Anderlecht, KRC Genk en AA Gent en dit jaar ook KV Oostende en Zulte Waregem. Ik kom het vaakst over de vloer bij de clubs waarover de mensen het meeste willen weten.”

“De meeste problemen heb je niet met de persverantwoordelijke, maar met de trainer, de directeur of de manager van de club. Ons werk wordt vaak bemoeilijkt van bovenaf. Ik kan maar weinig begrip opbrengen als ze voorwaarden stellen aan een interview. Zo mocht ik bij een Belgische topclub enkel een interview afnemen als er enkel positieve vragen gesteld werden. Het is niet aan een voetbalclub om mij als journalist op te leggen welke vragen ik al dan niet mag stellen. Helaas verschilt de voetbaljournalistiek daarin van bijvoorbeeld politieke journalistiek. Politici hebben de journalistiek nodig, voetbalclubs niet.”

 

Ik word voorzichtigerAnonieme journalist

“Het gebeurt steeds vaker dat een club liever een interview zélf op zijn website publiceert, dan het aan een krant te geven. Als je een interview aanvraagt met een nieuwe getransfereerde speler, krijg je te horen dat je quotes van de clubwebsite mag gebruiken. Maar zo werkt het natuurlijk niet. Voor zo’n evolutie moeten we erg opletten: we moeten nog altijd zélf onze vragen kunnen stellen. Het gevolg is nu dat je soms twee keer nadenkt voor je in een interview een bepaalde vraag stelt, of dat je bepaalde informatie of nieuws bewust niet publiceert om jezelf als journalist niet in de problemen te brengen. Ik word voorzichtiger. Sportjournalistiek wordt steeds meer een kwestie van balanceren op een koord. Je moet kritisch durven te zijn, maar ook weer niet té kritisch, of je wordt geband door de clubs. Dat is best moeilijk.”

Een andere voetbaljournalist vertelt hoe hij in het verleden ook problemen kreeg met een Belgische club. Ook hij wil anoniem blijven. “Twee jaar geleden werd ik verbannen door een Henegouwse club omdat die vond dat ik incorrecte informatie had gepubliceerd. Ik had geschreven dat de spelers staakten omdat ze hun premies nog niet hadden gekregen. Daardoor mocht ik van de club en de huidige persverantwoordelijke niet meer aanwezig zijn op persmomenten. Op wedstrijddagen konden ze me niet verbieden aanwezig te zijn, maar als ik vragen wou stellen tijdens een persconferentie kreeg ik het woord niet. Gelukkig werd na enkele weken de gang van zaken opnieuw normaal.”

Voetbal: bescherm opgefokte spelers tegen de pers

Bij de Oost-Vlaamse eersteklasser Lokeren geldt een duidelijk beleid tegenover journalisten. “Wie een interview wil met een speler moet dat eerst via mij regelen”, zegt Herman Van de Putte, persverantwoordelijke bij Sporting Lokeren. “Daarbij beoordeel ik wat opportuun is, en wat niet. Voor een lang interview is mijn goedkeuring altijd nodig om een speler te mogen aanspreken. Nadien lees ik het interview grondig na of bekijk ik het om te zien of alles wel correct verlopen is. Is dat niet zo, dan moet het stuk van de journalist herschreven worden.”

Journalisten zijn dus duidelijk voor een stuk afhankelijk van de goodwill van de ploegen. Die clubs gedragen zich steeds meer als onafhankelijke organisaties die de aandacht van de media filteren. “Nieuwe spelers neem ik vrij snel bij mij om te overlopen wat wel en niet kan gezegd worden”, gaat Van de Putte verder. “Vooral voor jonge spelers zijn die procedures en adviezen erg belangrijk. Ervaren spelers weten al hoe het circus in elkaar zit.”

Herman Van de Putte – persverantwoordelijke KSC Lokeren (Credit: Dirk Ongena)

Veel hangt ook af van de persoonlijkheid van de trainer, zo blijkt. “Onder de vorige trainer van Sporting Lokeren, Georges Leekens, mochten journalisten de spelers in principe niet telefonisch ‘lastigvallen’. De huidige trainer, Runar Kristinsson, is daar veel soepeler in. Journalisten mogen rechtstreeks naar de spelers bellen voor korte gesprekken, bijvoorbeeld over een blessure.”

In eigen vel snijden

Een bepaalde krantenjournalist komt niet meer opdagen bij Sporting Lokeren. Reden: hij had enkele straffe uitspraken – op tape – van voorzitter Roger Lambrecht letterlijk in een artikel gezet. In theorie is het zo dat wat op tape staat, ook letterlijk gezegd en geschreven mag worden. In de praktijk verloopt dat helemaal anders. Journalisten snijden soms in hun eigen vel door straffe uitspraken te verspreiden.

Na elke wedstrijd moeten de trainer en twee spelers de pers te woord staan volgens een reglement van de Jupiler Pro League. De trainer blijft altijd diezelfde persoon, maar wie die twee spelers zijn, kiest de club zelf.  “Het is aan ons om te beslissen wie al dan niet een interview gaat afleggen. De media zoeken sensatie en opgefokte spelers. Bij voorkeur sturen wij die niet naar de pers, voor hun eigen bestwil”, zegt de perschef van Sporting Lokeren.

Een slechte match is nog geen strontmatch Stijn Van den Berge

Ook bij KV Kortrijk lopen alle interviews via de persverantwoordelijke. “In principe is het wekelijkse persmoment voor journalisten de enige rechtstreekse babbel met onze spelers”, zegt Stijn Van den Berge, communicatieverantwoordelijke bij de West-Vlaamse voetbalploeg. “De spelers antwoorden alleen op telefonische vragen van journalisten als ze weten dat ik betrokken partij ben. Dat is de enige manier om chaotische taferelen te vermijden. Alles onder de radar houden en monitoren is daarbij een van mijn hoofdtaken.”

De voetballer van vandaag is opgegroeid in een klimaat met pers en camera’s. Een goede omgang met de media is daarom bij veel clubs een stokpaardje, bevestigt Van den Berge. “Elke speler mag zeggen wat hij wil, als het maar beschaafd en onderbouwd gebeurt. Achteraf analyseren we vaak het interview. Ik hamer op houding en woordkeuze. Een mening uiten kan, maar altijd met nuance. Een slechte match is niet hetzelfde als een strontmatch.”

 

Wielrennen: weinig regels, wel mediatraining

“In de kleine en toegankelijke wielerwereld gaat het er anders aan toe. Heel wat wielrenners staan meer open voor de media. En daarbij is de rol van de persverantwoordelijke tot een minimum beperkt”, dat zegt Iljo Keisse (35), meesterknecht van onder meer Tom Boonen bij Quick-Step Floors Cycling Team.

“Wielerjournalisten bellen me constant op voor korte quotes of reacties. Daar heb ik helemaal geen problemen mee. Een korte reactie of een voorbeschouwing bij een wedstrijd is dagelijkse kost voor mij. Meestal duurt dat maar twee tot drie minuutjes, al kan dat oplopen tot soms een kwartier. Een mening uiten ligt natuurlijk veel moeilijker, want dan begeef je je op glad ijs.”

Iljo Keisse – wielrenner Quick-Step Floors (Credit: Quick-Step Floors)

Halfuur Twitterstilte na koers

Al gelden er ook wel regels bij de blauw-witte brigade van Patrick Lefevere. Zo mogen de renners niet tweeten of reageren op tweets in het eerste halfuur na een koers. Over ploegtactiek en concurrentie mag helemaal niets gezegd worden op sociale media of tegen journalisten.

“Drie jaar geleden kregen we korte sessies mediatraining. In groepjes van vier kregen we tips en tricks om correct met de pers om te gaan. Die bijeenkomsten vond ik persoonlijk overbodig, want als renner weet je zelf wel wat kan en wat niet. Persoonlijke ervaring leert nog altijd meer dan theoretische praatjes.”

Bij Keisses ploeg staat de Italiaan Alessandro Tegner aan het roer wat betreft media. “Alessandro kan onmogelijk alles controleren. Er verschijnt te veel om onder de radar te blijven. Geen enkele renner moet ooit verantwoording afleggen tegenover hem. Lange interviews moeten wel altijd via Alessandro geregeld worden. En die worden nadien ook nagelezen”, besluit de Gentenaar.

Lees verder in Scoop
Dit artikel komt uit in de nieuwe Scoop, het magazine van de Bachelor Journalistiek.

Lees Scoop

De auteur

Merijn Vandenbulcke

Twitter

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *