In het werk van rituelenmakers speelt een persoonlijke aanpak een cruciale rol. Of het nu gaat om een geboorte, een huwelijk of een afscheid, de kracht van een ritueel zit in de unieke verhalen van de betrokkenen. Iris, Timothy en Tim delen hun ervaringen en laten zien hoe ze rituelen tot leven brengen. Dit is het verhaal van Tim en ‘de huiskamer’.
Intiem
Tim Van Marck werkt bij de dienst plechtigheden in het Crematorium Westlede in Lochristi, waar plechtigheden in grote klassieke aula’s plaatsvinden. Sinds kort vinden er ook plechtigheden plaats in ‘de huiskamer’. Een intieme ruimte, met zachte zetels, kussens, een salontafel, tv’s en net genoeg ruimte voor dertig personen. “De huiselijke opstelling brengt nabestaanden dichter bij elkaar, zowel fysiek als emotioneel en enkel rond een urne. Die kan, net als thuis, een persoonlijke plek krijgen, bijvoorbeeld op een kast of tafel. Een kist verstoort de sereniteit van deze ruimte en het intieme karakter van de ceremonie.”
Van onderwijzer naar rituelenmaker
Tim begon als onderwijzer, maar voelde na verloop van tijd de behoefte aan verandering. “Leraar zijn is een vrij vlakke loopbaan.” Tim kwam bij toeval terecht bij een uitvaartondernemer. “Eerst hielp ik af en toe mee: een kist dragen of bij een plechtigheid assisteren. Gaandeweg leerde ik de uitvaartwereld kennen.” De coronapandemie veranderde volgens Tim de manier waarop we kijken naar afscheid nemen. “De beperking op het aantal aanwezigen zorgde ervoor dat afscheid nemen een andere invulling kreeg. Het liet me inzien hoe betekenisvol dat kan zijn.”
Ritueel op maat
“Geen enkel afscheid is hetzelfde”, benadrukt Tim. De grootste inspiratiebron is de familie. “In samenspraak met de nabestaanden geven we de plechtigheid vorm met muziek, foto’s en teksten.” Soms verloopt dat proces vanzelf, maar niet altijd. Het blijft afstandelijk als de familie geen contact had met de overledene. “Je merkt dat aan oude zwart-witfoto’s of neutrale teksten.”
In de huiskamer blijft Tim eerder op de achtergrond en leest geen teksten voor. Het draait om dialoog en interactie. Als de familie foto’s toont, vraag Tim: “Wie was deze persoon? Wat betekent die voor jullie?” Er ontstaat een spontaan gesprek en familieleden delen hun herinneringen. “Zo herbeleef je samen een stukje van het leven van de overledene.”
Wat echt verschil maakt, is een persoonlijke beschrijving van de overledene. “Een paar kernwoorden kunnen al voldoende zijn. Bij weinig input, blijft het ritueel neutraal. Ik vermijd dan woorden zoals ‘zorgzame mama’ of ‘warme man’, omdat deze waarschijnlijk niet passen bij wie die persoon echt was.” Muziek zegt soms meer dan woorden, maar niet altijd. “Honderdduizend keer ‘De Roos’ van Ann Christy of ‘Con Te Partirò’ van Andrea Bocelli horen, zegt weinig over de overledene. Dan is het net wel belangrijk dat ik specifieke begrippen van de familie zelf gebruik. Mémé en pépé in de plaats van Frida en Robert, creëren een totaal ander gevoel.”
Sprookjes
Plechtigheden van kinderen blijven Tim het meeste bij. “Het is niet vanzelfsprekend om afscheid te nemen van een jong kind. Tegelijk zijn dat mooie plechtigheden omdat ze uit mijn comfortzone liggen.” Bij een afscheid van een baby schrijft Tim sprookjes waarin het overleden kindje de hoofdrol speelt. “Sprookjes sluiten dichter aan bij de leefwereld van het kind en van de ouders.”
Meer dan plechtigheden
Een afscheidsritueel is meer dan alleen de plechtigheid. Bij mensen met dementie, heeft de familie vaak al lang afscheid genomen. “Het overlijden is dan enkel een fase in een lang proces. Een afscheidsceremonie is een klein onderdeel van het rouwproces, maar wel een belangrijk moment”, benadrukt Tim. “Afscheid nemen kan de laatste keer zijn dat je met je moeder hand in hand in het ziekenhuis zat, maar zo’n plechtigheid is een duidelijk moment waarop je afscheid neemt.”
[jetpack-related-posts]