COLUMN: Weet je nog?

| Dit artikel past in een opdracht voor studenten uit het derde jaar met als onderwerp creatief schrijven.

Person with depression - GDJ / CC0 Pixabay

 

Beste psychiater
Weet je nog?

Weet je nog hoe je luiemensensloefen de deur voor me opendeden en me voor de eerste keer binnenlieten in je stoffige thuispraktijk? Hoe het oude hout onder mijn voeten kraakte met elke nerveuze stap die ik nam? Als een pasgeboren giraf wiens elke stap in een val kon eindigen.
Weet je nog hoe ik mijn verhaal deed en mijn tranen hun blijde intrede deden? En weet je nog hoe je daarna twee minuten naar het blad op je bureau keek zonder antwoord?
Ik smeekte je om me die witte ovaalvormige constructies voor te schrijven. Want ik streed al jaren zonder munitie. Maar je zei dat die wapenwet ingewikkelder was dan ze leek. Je zei dat je dat niet zomaar kon.

Weet je nog hoe je me de tweede keer binnenliet? Hoe je luiemensensloefen plaats hadden gemaakt voor Birkenstocks en witte sokken? Hoe de wapenwet plots niet meer telde? Tien minuten later was ik de deur uit, mét voorschrift en zonder waardigheid. Zelfs het gesprek met de kassier in de Spar die week had diepgaander geweest.

Weet je nog hoe het nu met me is? Weet je nog wat we vorige keer hadden beslist? Neen, ik heb de vijand nog niet overwonnen. We besloten enkel de strijd verder te zetten met minder munitie. Zou je dat niet moeten weten? Of tenminste ergens opgeschreven hebben? Maar nee, wellicht gebruik je dat cursusblok om woordpuzzels te maken, terwijl je even lacht met mijn miserie. ‘Depressie! Dat is het negenletterwoord dat ik zocht.’

Weet je trouwens dat ik nu naar de huisdokter ga? Weet je dat zij me mijn voorschrift geeft? Ze vraagt me daar geen 80 euro voor. Én ze vraagt nog eens hoe het gaat met me ook.
Ik ga nu met mijn 80 euro twee keer naar de psycholoog. Zij maakt geen woordpuzzels. Zij is nu mijn luitenant-generaal.

Beste psychiater
Weet je dat je eigenlijk helemaal nutteloos bent?