Intro
In kaart gebracht
Een overzicht van de eersteklasseclubs in België en Nederland die een blindentribune met audioversterking aanbieden. Ook de wedstrijden van beide nationale ploegen zijn voorzien van blindencommentaar.
In het seizoen 2008/2009 werd in Anderlecht de eerste blindentribune in het Belgische voetbal in gebruik genomen. Vandaag zijn er zeven eersteklasseclubs die faciliteiten hebben voor mensen met een visuele beperkingen. In 1B is Lommel United de pionier. Daar worden dit seizoen vier thuiswedstrijden audioversterking voor blinden en slechtzienden aangeboden. Met zeven blindentribunes hinkt de ‘Jupiler Pro League’ stevig achterop in vergelijking met de buurlanden. Nederland heeft dit seizoen twaalf ploegen in de Eredivisie die audioversterking ter beschikking stellen.
Toegankelijkheid
“Voetbal moet toegankelijk zijn voor iedereen”
Vzw Voetbal in de stad en Intro Vlaanderen bundelden enkele jaren geleden hun krachten bij het oprichten van een blindentribune. Die moet slechtzienden via hoofdtelefooncommentaar de kans geven om een wedstrijd in het stadion live te beleven. Hoewel al enkele clubs dat initiatief volgden, blijft de toegankelijkheid voor supporters met een beperking bijzonder matig in België. “Er is jarenlang geijverd over een wetgeving omtrent de toegankelijkheid van stadions, maar nu ze er uiteindelijk is, wordt ze niet nageleefd”, reageert Voetbal in de stad-coördinator Wim Beelaert.
Waarvoor staat Voetbal in de stad?
Wim Beelaert: “Voetbal in de stad is de communitywerking van AA Gent. In samenwerking met de supportsfederatie en Stad Gent proberen we een maatschappelijke meerwaarde te creëren zowel op sociaal als op cultureel vlak.”
Welke meerwaarde proberen jullie dan te bieden?
Beelaert: “We organiseren projecten om mensen dichter bij elkaar te brengen. Vaak zijn dat dan mensen uit kansengroepen. Met die projecten proberen we hun competenties te versterken en reiken we ze mogelijkheden aan die ze voordien niet hadden. Zo hebben we in samenwerking met AA Gent bijvoorbeeld al een daklozenploeg, een ploeg voor mensen met psychologische problemen en zelfs een wandelploeg voor senioren opgericht.”
Blindentribune
Naast het oprichten van alternatieve voetbalploegen hebben jullie ook meegewerkt aan het ontstaan van de blindentribune. Wat houdt een blindentribune precies in?
Beelaert: “Voetbal moet toegankelijk zijn voor iedereen en daar horen dus ook mensen met een visuele beperking bij. Daarom voorzien wij, in samenwerking met de vrijwilligers van Intro Vlaanderen, een aangepaste hoofdtelefoon voor de slechtzienden. Hiermee kunnen ze door middel van zeer gedetailleerd en functioneel commentaar de wedstrijd toch volgen.”
Is er een grote vraag naar een blindentribune?
Beelaert: “Momenteel beschikken we over vijftien zitjes en hebben we al veertien abonnees. De enige reden waarom er niet meer zijn, is omdat het hele stadion is uitverkocht.
Door de goede prestaties van AA Gent en de daarbijhorende gestegen populariteit wordt er al gesproken over de uitbreidingen van de Ghelamco Arena. Betekent dat ook dat de capaciteit van de blindentribune in de toekomst vergroot zou worden?
Beelaert: “We zijn enkel afhankelijk van het aantal zitplaatsen in het stadion. De blindentribune is een project waar we zeer sterk in geloven en daarom is uitbreiden zeker een optie. Daarom hebben we het bereik van de zender die het commentaar doorgeeft, verbeterd. Nu bestrijkt deze het hele stadion, terwijl dat vroeger slechts gedeeltelijk was. Hierdoor is een supporter met een visuele beperking niet meer afhankelijk van zijn zitplaats in het stadion. In een ideale wereld koopt een slechtziende natuurlijk zelf een hoofdtelefoon zodat hij overal in het stadion kan zitten, maar zo’n investering van enkele honderden euro’s is niet voor iedereen weggelegd.
Weinig initiatief
Het fenomeen van de blindentribune bestaat in Engeland en Nederland al langer en staat ook al een stuk verder. Hoe verklaart u dat België zo achterop hinkt?
Beelaert: “In Engeland moet een vast percentage van de televisiegelden maatschappelijk besteed worden. In België daarentegen wordt gerekend op de goodwill van de ploegen. De clubs kiezen dus zelf of ze hierin willen investeren of niet. Tot dusver beschikken enkel AA Gent, Club Brugge, Anderlecht, Standard, Sint-Truiden, Genk en sporadisch Lommel-United over een blindentribune. Nochtans is het in elke stadion mogelijk om er een te bouwen.
AA Gent krijgt dus geen subsidies voor de investeringen betreffende de toegankelijkheid in en rond het stadion?
Beelaert: “Nee, de verantwoordelijkheid voor investeringen ligt volledig bij de club zelf.
Neemt u het andere Belgische clubs kwalijk dat ze hierin niet investeren?
Beelaert: “Je kan natuurlijk geen enkele club verwijten dat hierin niet extra te willen investeren. Het is echter wel hun plicht om aan de minimumvereisten te voldoen. Het is dan ook aan de plaatselijke autoriteiten om dat op te volgen, maar dat gebeurt niet altijd gedaan. Zo is bijvoorbeeld de invalidenlift in Moeskroen al twee jaar kapot. Onze eigen supporters hebben een van onze invaliden letterlijk in de tribune moeten hijsen. Er is jarenlang geijverd voor een wetgeving omtrent de toegankelijkheid van stadions, maar nu ze er uiteindelijk is, wordt ze niet nageleefd. Dergelijke taferelen passen totaal niet in het plaatje van de professionalisering van het voetbal.”
Nood aan verandering
Maar hebben clubs er dan niet alle belang bij om zelf in toegankelijkheid te investeren?
Beelaert: “Dat is nu net het probleem in België. Nog te vaak mogen mensen met een beperking gratis naar het voetbal. Hiermee proberen clubs hen eigenlijk de mond te snoeren. Door ze te laten betalen voor een ticket, geef je invaliden een stem die ze kunnen laten horen. Supporters vormen de basis van een voetbalclub dus is het belangrijk om rekening met hen te houden. Als ik zie dat sommige clubs zitplaatsen opgeven om ‘business seats’ te installeren, dan heb ik daar toch mijn bedenkingen bij. Je zal inderdaad meer geld verdienen aan een ‘business seat’ dan aan tientallen gewone supporters, maar het zijn niet diegenen in de ‘business seats’ die ervoor zorgen dat een club zich verder zal ontwikkelen.”
Hoe ziet u de toekomst op het vlak van toegankelijkheid in de Belgische voetbalstadions?
Beelaert: “We zijn op de weg terug. Veel clubs worden dezer dagen amateuristisch geleid met een kortetermijnvisie. Geen wonder dat bij clubs als Antwerp en Standard dan opstanden uitbreken. Het is aan de UEFA en Jupiler Pro League om hun regelgeving in verband met toegankelijkheid aan te passen. Zolang dat niet gebeurt, komen we geen stap vooruit.
Hierboven een stukje uit de beleidsverklaring van de UEFA over de toegankelijkheid van voetbalstadions voor mensen met een beperking. De beleidsverklaring biedt heel wat nuttige info en praktische oplossingen. Aan de andere kant legt de UEFA amper regels op aan de Europese clubs en handhaaft ze die regels nog minder.
beleidsverklaring van de UEFA
De fan
Filip Meersschaut supportert al meer dan dertig jaar voor AA Gent. Hoewel hij door zijn blindheid de matchen niet kan zien, geniet hij toch mee van de wedstrijden. Dankzij specifieke commentaar via een hoofdtelefoon wordt hem precies verteld wat er op het veld gebeurt.
Het commentaar
Tom Devriendt is sinds twee jaar sporadisch blindencommentator bij thuismatchen van KAA Gent. Wij zochten hem op en spraken over zijn passie. Hij vertelt over zijn opleiding, hoe zo een match verloopt en hoe hij de voorbije jaren gegroeid is in zijn rol als blindencommentator. Samen met vzw ‘Inter’ en vzw ‘Voetbal in de stad’ bouwde hij doorheen de jaren alles op wat er vandaag voorzien is voor mensen met een visuele beperking.
De proef op de som
Eerst zien, dan geloven. Gilles Guillaume trok naar de Ghelamco Arena om daar op 27 november de match tussen AA Gent en KV Kortrijk bij te wonen in de blindentribune. Geblinddoekt en voorzien van de nodige begeleiding. Hieronder vind je zijn relaas.
Een halfuur voor de wedstrijd maakte ik kennis met commentatoren Tom Neukermans en Tom Devriendt. Zij gingen mij en de andere mensen met een visuele beperking negentig minuten lang door de wedstrijd loodsen via draadloze koptelefoons. De Ghelamco Arena stroomde al aardig vol, dus besloten mijn kompanen en ik ons richting de blindentribune te begeven. Geblinddoekt en begeleid door Niels De Mulder ging ik naar vak 222. Daar stonden de vriendelijke mensen van Vzw Inter mij al op te wachten. Met de gekregen koptelefoon in de aanslag zocht ik een plaatsje op de tribune. Ik zag al tien minuten geen steek meer maar al mijn zintuigen namen steevast ‘voetbal’ waar.
Zintuigen
Ik hoorde het ovationele supportersgeluid en ik voelde de grond en het stoeltje onder me zachtjes trillen. De Gentse spionkop was er klaar voor. Een walm van verschaald bier en sigarettenrook sloeg in mijn neus. Meestal heb ik het te druk met me te vergapen aan de 20 000 opeengepakte mensen om daarop te letten. Maar nu moest ik het doen met wat ik kon horen, ruiken en voelen. De stadionomroeper telde af, de hymne schalde door het stadion en de scheidsrechter floot de wedstrijd op gang. Ondertussen hadden de commentatoren me via de koptelefoon al welkom geheten. Ook voor hen begon nu de wedstrijd.
Een van de vragen die ik me op voorhand stelde was: ‘Zal commentaar voor blinden veel verschillen met bijvoorbeeld radiocommentaar?’ Dat werd al vanaf het fluitsignaal duidelijk. De aanpak van Devriendt en Neukermans was heel persoonlijk. Zij spreken elke week voor een vast publiek en weten hoe ze dat moeten bekoren.
Supportersgeluid
Niet enkel de stijl maar ook de inhoud was zeer verschillend. Naast de analyse van het spel die je ook in gewoon commentaar terugvindt, hielden ze zich ook bezig met alles op en rond het veld te beschrijven. Ze zorgden ervoor dat ik op elk moment van de match wist waar de bal was, wie de actie maakte en wat de uiteindelijke uitkomst was. Zo kon ik meegenieten van goals van Gentspelers Perbet, Neto en Saief. Niet enkel de commentatoren droegen bij aan mijn matchervaring. Ook de supporters deden hun deel van het werk. Plotse opwinding, massaal gefluit of boegeroep bereidden me telkens voor op een spannende actie.
Ook wat naast het veld gebeurt is deel van een middag voetbal in open lucht. Devriendt en Neukermans gaven ons ook mee wanneer AA Gent-trainer Hein Vanhaezebrouck hevig met zijn armen stond te zwaaien omdat hij niet akkoord was met een beslissing van de scheidsrechter. Ook een relletje tussen spelers op het veld ging niet aan ons verloren.
Pintje pakken
Tijdens de rust begon ik aan een heel ander avontuur: een pintje pakken onder begeleiding van Arne Blomme. Voorzichtig begaven we ons richting de Buffalo Bistro. Ik besefte niet goed waar ik aan het lopen was. Aan alle mensen die ik omver liep en aan de jongeman over wie ik wat bier morste: mijn oprechte excuses.
In de tweede helft had ik het moeilijker om te volgen. De spionkop bevond zich in de tribune rechts van me. Ze schoten rond de vijftigste minuut massaal wakker. Door de luide supportersliederen kon ik me minder goed concentreren op het commentaar. Ook mijn tijdsbesef was ik na vijf minuten kwijt. Ik had geen idee hoe lang de match bezig was tot de commentatoren de toegevoegde tijd vermeldden. Na de 3-0 ging een ‘mexican wave’ door het stadion. Wij werden opnieuw niet vergeten. Ze telden voor ons af zodat ook wij met iedereen konden rechtstaan.
Ik zou kunnen zeggen dat ik na de match de beelden van de wedstrijd heb herbekeken. Maar dat is niet zo. Dankzij Devriendt en Neukermans heb ik geen seconde van de wedstrijd gemist. Waarvoor dank!
In de linkerbovenhoek kan je door de verschillende foto’s bladeren.