Een vraag die wel vaker opduikt: is de journalist van de toekomst een generalist of een specialist? Of blijven beide beroepsprofielen nodig? Veel kans dat het dat laatste wordt, als onze vijf gesprekspartners gelijk krijgen. Over één ding zijn ze het alvast eens: er zijn grondige verschuivingen op til.
Rob Heirbaut is bekend als Europaspecialist bij de VRT, maar zelf omschrijft hij zich als een generalist. “Voor het beroep en de sector blijft het heel belangrijk dat er mensen zijn die bepaalde dossiers door en door kennen. Anders kan je je alles laten wijsmaken en loop je een groot risico om fouten te publiceren”, zegt hij. “De VRT moedigt ons aan om ons als journalist te specialiseren. Maar je moet ook beseffen dat er elke dag een journaal moet gevuld worden en je kunt niet verwachten dat iedereen dan in zijn eigen vakgebied werkt. Je kunt geen redactie volstoppen met specialisten en dan hopen dat er elke dag een verhaal uit hun sector komt. Specialisten zijn in mijn ogen het belangrijkste, maar er zijn ook generalisten nodig.”
Wetstraatjournaliste bij de VRT Goedele Devroy gaat helemaal akkoord met dat idee. “Specialisten weten uiteraard het meest van een bepaald onderwerp. Je hebt die journalisten echt nodig. Je kunt bijvoorbeeld onmogelijk iemand zonder kennis naar een persconferentie over een politiek onderwerp sturen. Anderzijds heb je natuurlijk wel het probleem dat specialist in politiek moeilijk kan schrijven over sport.” Ze denkt dat algemene verslaggeving altijd nodig zal blijven. Dat is dan meestal werk voor jonge generalisten. Die kunnen zo een keuze maken waarin ze zich later willen specialiseren. Volgens Devroy is de toekomst dus aan beide beroepsprofielen. Ze zullen enkel een andere rol vervullen.
“Je vindt tegenwoordig alle informatie op het internet, maar het verschil bepaal je door de kwaliteit van je boodschap. Het nieuws moet gemààkt worden en daar is vaak specialisatie voor nodig.” Volgens VTM-Wetstraatjournalist Jan Demeulemeester is de ultieme tip voor journalisten: ‘specialiseer’. “Als je het nieuws zelf wil vinden en dus niet gewoon wil overnemen, moet je een netwerk hebben. Je moet geïnvesteerd hebben in een vertrouwensbron met een bepaalde specialisatie, bijvoorbeeld politiek”, zegt hij. Volgens hem wordt je journalistieke product pas gegeerd en waardevol wordt als je zelf als journalist toegevoegde waarde creëert. Maar toch vindt zelfs hij dat je in het journalistieke werkveld alles tegelijk moet zijn: specialist én generalist. Als journalist moet je namelijk ten allen tijde voor alles inzetbaar blijven.
Nationaal secretaris bij de Vereniging van Vlaamse Journalisten Pol Deltour gelooft dat de evolutie afhangt van het nieuwsmedium. “Volgens mij is het een genuanceerd verhaal. Ik zie een dubbele evolutie. De gespecialiseerde media werken uiteraard meer met specialisten dan met generalisten en dat zal zo blijven. De brede publieksmedia zullen daarentegen sowieso meer generalisten krijgen. De journalisten in die wereld moeten over zoveel mogelijk kunnen meespreken en moeten een breed scala aan capaciteiten hebben.” Deltour staaft zijn beweringen over de brede publieksmedia met een voorbeeld van bij de VRT. “Veel specialisten van vroeger worden niet vervangen. Kijk maar naar de wetenschapsjournalisten van vroeger: die plaatsen zijn niet ingenomen door mensen die even veel bezig zijn met wetenschappen. En ook lokale correspondenten dreigen uit te sterven. Vroeger had je overal wel iemand, nu zijn ze er enkel nog in New York, Moskou en Den Haag.”
Luc van Doorslaer, professor journalistiek aan de KU Leuven en de hogeschool Thomas More, ziet twee evoluties. “Generalistische journalistiek was in het verleden heel populair. Die werd door veel mensen gevolgd en ze was ook belangrijk voor de samenleving, want ze bracht mensen samen. Die journalistiek zal volgens mij in intensiteit en belang afnemen. Enerzijds komt dat door de technologische evolutie, want nu kan je algemene informatie gemakkelijk zelf te pakken krijgen via bijvoorbeeld het internet. Anderzijds is er het à-la-cartemedialandschap. Als mediaconsument kan je volledig zelf bepalen welke informatie je bereikt en welke niet. Je kijkt naar waar je zin in hebt. Op zich is dat mooi, want je kiest zelf. Op termijn zal het wel tot individualisering leiden. Individuen zullen nog weinig raakvlakken hebben met de grotere gemeenschappen.”
Toch ziet Van Doorslaer de generalisten nog niet snel verdwijnen. “Ik denk dat je altijd wel een publiek zal hebben dat van alles een beetje wil weten, maar dat aandeel zal veel kleiner worden.”
Aurélie Schotte