Het discours over migratie is harder, forser en onvriendelijker dan ooit. Ooit waren uitspraken zoals “asieltsunamie” enkel weggelegd voor extreemrechtste populisten zoals Geert Wilders. Vandaag schuwen ook vooraanstaande Europese politici de antimigratieretoriek niet. Een greep uit het recente aanbod: “Vol is vol.” “We moeten de stroom aan illegale asielzoekers stoppen.” “Griekenland is Europa’s schild tegen migratie.”
De tijd van “Wir schaffen das” ligt met andere woorden al even achter ons. In 2015 sprak de Duitse Bondskanselier Angela Merkel die woorden uit om de bevolking een hart onder de riem te steken. De aanleiding was de grote hoeveelheid vluchtelingen die toen Syrië ontvluchtten en richting Europa trokken. Het zal niet gemakkelijk zijn, maar we kunnen dit. Tegenwoordig waagt geen enkele politicus zich nog aan zulk optimisme. Het publieke debat over migratie is overwegend negatief. Rond asiel en migratie hangt een permanent crisisgevoel. Het Europese asielagentschap EUAA verwacht dit jaar 1 miljoen asielverzoeken in de lidstaten. Dat is aanzienlijk meer dan de voorbije jaren, maar nog steeds onder het niveau van de vluchtelingencrisis in 2015. Toen kwamen in één jaar tijd 1,3 miljoen asielzoekers aan in Europa. Wat is er veranderd in al die jaren?
Toegegeven, er zijn geen eenvoudige oplossingen. Migratie helemaal controleren is onmogelijk. Het draagvlak voor migratie was in Zuid – en Oost-Europa al niet bijster hoog, en ook in West-Europa kalft het verder af. De berichtgeving helpt daar niet bij. Die gaat vooral over het controleren en blokkeren van migranten. Over migranten als last, die we zoveel mogelijk moeten weren. De kansen die migratie met zich meebrengt, komen amper aan bod. Nochtans zijn er in veel West-Europese landen grote tekorten op de arbeidsmarkt. Onze actieve beroepsbevolking krimpt jaar na jaar. Experts oordelen dat we dat enkel kunnen oplossen door, jawel, migratie. Over het inzetten van die legale migratie horen we echter amper geluiden.
In het publieke debat over migratie zijn er grofweg twee standpunten: de migrant als slachtoffer of als indringer. Vooral dat laatste frame is overheersend, blijkt uit onderzoek van de universiteiten van Gent en Leuven. In drie vierde van de politieke uitspraken wordt de migrant benaderd als indringer. En dat is problematisch. Het is het goed recht van rechtste roeptoeters om te pleiten voor hogere muren en strengere wetten, maar het counterframe komt veel te weinig aan bod.
De Nederlandse socioloog Hein de Haas stelt dat de migratiecrisis eerder een opvangcrisis is. Er is een gebrek aan politieke wil om opvang goed en op lange termijn te organiseren. Dat het wel kan, bewezen diezelfde politici nog niet zo lang geleden door tienduizenden Oekraïners in sneltempo op te vangen. De Haas stelt dat migratie vooral samenhangt met economische groei. Arbeidsvraag, niet armoede of geweld, is de voornaamste motor van migratie. Migranten gaan vooral naar de plekken waar er werk is. Schertsend stelt hij dat wie echt af wil van migratie, de economie best te gronde richt.
Er is met andere woorden nood aan een overkoepelende visie waarin legale migratie een groter onderdeel is van de oplossing. Een visie waarin we niet hoofdzakelijk negatief spreken over migranten. Want woorden doen ertoe. Als je ze maar vaak genoeg herhaalt, scheppen ze een realiteit. Ze kunnen aanzetten tot haat, en haat tot geweld. En dat willen we als maatschappij toch niet?
[jetpack-related-posts]