Volgens de website ‘Xandernieuws’ heeft het verlagen van de maximumsnelheid op Nederlandse snelwegen van 130 km/u naar 100 km/u geen zin als we de hoeveelheid stikstof in de lucht willen verlagen. Nochtans is het net die maatregel die het Adviescollege Stikstofproblematiek in Nederland heeft voorgesteld.
De maximumsnelheid op snelwegen verlagen van 130 km/u naar 100 km/u om zo de hoeveelheid stikstof in de lucht te verlagen is “volslagen zinloos en puur autootje pesten”. Dat zegt Xandernieuws, een Nederlandse nieuwsblog. Het Nederlandse Adviescollege Stikstofproblematiek heeft die maatregel nochtans aan de overheid voorgesteld als onderdeel van een grootschalig plan om de uitstoot van stikstof in alle sectoren te verlagen.
Xandernieuws schrijft dat een verlaging van de maximumsnelheid op snelwegen van 130 km/u naar 100 km/u weinig zou uithalen. Hij maakt hiervoor een rekensom. 6,1 procent van de totale stikstofuitstoot in Nederland is afkomstig van wegverkeer. De voorgestelde snelheidsverlaging zou de uitstoot door het verkeer met 14 procent doen dalen. De impact op de totale stikstofuitstoot is dus een daling van slechts 0,85 procent.
Relevante sectoren aanpakken
Dat lijkt inderdaad weinig. Maar is het dan ook zinloos? Het verlagen van de maximumsnelheid is nuttig, volgens de Nederlandse commissie, want het is één van de vele maatregelen die Adviescollege Stikstofproblematiek aanraadt. “We bevelen aan dat alle sectoren die stikstofuitstoot veroorzaken evenwichtig bijdragen aan het verlagen van die uitstoot”, zegt Steffart Buijs, woordvoerder van Adviescollege Stikstofproblematiek. “De maximumsnelheid verlagen levert voor de gemiddelde reis in Nederland nauwelijks vertraging op, terwijl het wel de stikstofuitstoot vermindert. Daarom is de maatregel volgens ons wel degelijk nuttig.”
Klimatoloog en expert luchtkwaliteit Wouter Lefebvre vindt het eveneens zinvol om de maximumsnelheid te verlagen en zo de stikstofuitstoot te verminderen. “Ik vind die redenering waarbij je tot de conclusie komt dat het zinloos is op zich vals. Je kan maatregelen blijven opsplitsen tot je bij een heel klein percentage komt. Als je het probleem van stikstofuitstoot wil aanpakken, moet je alle relevante sectoren aanpakken.”
Lefebvre: “De ideale snelheid qua emissies voor doorstromend verkeer is 70 tot 90 km/u. Hoe verder je daarvan afwijkt, hoe meer uitstoot je hebt. Dus, een verlaging naar die richting toe zal de stikstofconcentraties in de lucht doen dalen. Het is een maatregel die in overweging moet genomen worden.”
Natura 2000
Xandernieuws het het ook over het gebrek aan impact van stikstofuitstoot op Natura 2000-gebieden (beschermde natuurgebieden van lidstaten van de Europese Unie). De natuurgebieden zouden jaarlijks 1600 mol (meeteenheid voor stikstof) stikstof te verwerken krijgen, waarvan 70 mol afkomstig van snelwegen. Die exacte cijfers zijn niet terug te vinden. Volgens het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), een kennis- en onderzoeksinstituut in Nederland gericht op de bevordering van de volksgezondheid en een gezond en veilig leefmilieu, kregen Natura 2000-gebieden in Nederland in 2014 1577 mol/ha te verwerken, waarvan 61 mol/ha door wegverkeer. Vermoedelijk baseert Xandernieuws zich op deze cijfers.
Die natuurgebieden grenzen zelden aan snelwegen, dus ze zullen niet beïnvloed worden door een lagere stikstofuitstoot, aldus Xandernieuws. Buijs: “Het is niet relevant dat snelwegen wel of niet grenzen aan Natura 2000-gebieden. Stikstof veroorzaakt door wegverkeer kan namelijk vele kilometers verderop neerkomen in natuurgebieden.”
Conclusie
Het artikel ‘Maximumsnelheid omlaag vanwege stikstof is volslagen zinloos en puur autootje pesten’ is eerder onwaar. Het Adviescollege Stikstofproblematiek beveelt Nederland aan om de maximumsnelheid op snelwegen te verlagen van 130 km/u naar 100 km/u. Hoewel de impact daarvan op de totale stikstofuitstoot relatief klein is, blijft het een zinvolle maatregel. Klimatoloog Wouter Levebvre: “Als je het probleem van stikstofuitstoot wil aanpakken, moet je alle relevante sectoren aanpakken.”
Door Arno Meijnen, Cayleigh Pauwels en Céline Van de Rostyne