Kattenberg is een afsplitsing van de Kunstlaan die de overpoortbuurt met de Ring verbindt. Meters van asfalt vinden een einde aan het zebrapad. Vanaf hier zou een puzzel van klinkers je door de rest van de Kattenberg gidsen. Een bewuste afbreuk van de drukte weergalmt in de atmosfeer.
Over de sfeer heb ik wel gemengde gevoelens. Aan de rechterkant bevindt zich een levende stad. De zon belicht er een regenboog aan voorgevels. Grijze, gele of rode stenen versierd met boogjes of strepen. Daartussenin schitteren ramen en deuren in felgroen of blauw. Het lijkt wel op een burenwedstrijd. De meest flamboyante voordeur krijgt de grootste achtertuin. Dit zorgt voor een pittoreske burgerlijke sfeer. Ik kwam een man tegen die door de straat wandelde. Na elk interval van drie a vijf stappen staat hij even stil en verplaatst alle concentratie van zijn voeten naar zijn mond. Een trekje van zijn sigaret later kan hij zijn tocht hervatten. Waarheen, dat weet niemand, maar hij is niet gehaast. Dit was een duidelijk beeld van de rust die aan de rechterkant heerste.
Aan de overkant was de zon verdoken. Niemand waant zich in de donkere schaduw van de oude kazerne. Dit creëerde een eerder verlaten en somber gevoel. Het voetpad bezaaid met verroeste roosters en vergeten fietsreflectors. Met als enige decorstukken een vuilniscontainer en een verlaten aanplakbord. Het werd duidelijk dat de schaduwkant net als dit afval zijn beste tijd gehad heeft.
Vanachter die duisternis staat een reuze spiegel te glanzen in de zon. Als een vuurtoren waakt ze over de duister zodat mensen niet verdwalen in de schaduwkant. In haar reflectie zien we terug leven. Een kudde studenten staat te roken tegen campus kattenberg. Toegang daar was verboden tenzij je over een badge beschikt. badges moeten uitverkocht geweest zijn want er was binnen geen teken van leven. Misschien was het concert vorige week.
Je appreciatie van de Kattenberg lijkt er dus vanaf te hangen aan welke kant je loopt. Je gaat van een vrolijke stad naar een donker gat via het zebrapad.
Robbe Jansens