GENT – Gent probeert zoveel mogelijk pop-upstores aan te trekken. De stad heeft daarom enkele procedures voor het opstarten van een pop-upstore vergemakkelijkt. De tijdelijke winkels zijn een goede zaak voor zowel de stad als de ondernemer.
Er worden steeds meer pop-upstores geopend. Het concept is vooral bekend in de grote steden als Gent, Brugge en Antwerpen maar ook in de kleine dorpen kiest men steeds meer voor dit soort ondernemen. Vooral in de eindejaarsperiode trekken de tijdelijke winkels veel klanten aan. Veel mensen zoeken nog cadeautjes voor de feestdagen en het idee van een pop-upstore wekt veel interesse op. Mensen willen zien wat daar zo speciaal aan is, dus gaan snel binnen. We vinden niet alleen pop-upstores met kerstartikelen, er zijn ook pop-upstores die cadeautjes verkopen, of mode. Daarnaast zijn er ook nog pop-uprestaurants en pop-upbars.
Het concept van pop-up werd geïntroduceerd in onze maatschappij door het VTM-programma ‘Mijn pop-uprestaurant’. Later volgden ook de winkels. Toen de eerste pop-upstores in ons land openden, dachten veel ondernemers dat ze een tijdelijke trend zouden zijn. Maar het concept wint nog steeds aan populariteit. Kunnen pop-up stores concurreren? Hoe komt het dat het concept zo populair is?
Thomas Martens, raadgever middenstand en innovatie en tevens kabinetsmedewerker van Christophe Peeters (Gents schepen van Middenstand), heeft daar een verklaring voor. “Pop-upstores zijn voor beide partijen een win-winsituatie.
Veel gemeenten gebruiken pop-upstores om leegstaande panden op te vullen, ook in een stad als Gent kan men niet achterblijven.”
Gent voert een beleid dat erop gericht is zoveel mogelijk pop-upstores aan te trekken. Zo maakt de stad enkele procedures voor het opstarten van een pop-upstore makkelijker. Vooral voor horecapop-upstores is het reglement aangepast. “Voor een tijdelijke horecazaak van maximaal 90 dagen is niet langer een stedenbouwkundige vergunning nodig. Dat zorgt ervoor dat de pop-uprestaurants dus geen extra tijd verliezen”, legt Thomas Martens uit.
Steven Nys opende op 10 december een nieuwe pop-upstore ‘Happienest’ in Meldert met zijn vrouw Bride Peeters, een interieurspecialiste. Zij kozen er samen voor om tijdens de eindejaarsperiode te starten. “We hebben ervoor gekozen om te starten met de feestdagen in zicht. We verkopen heel wat leuke interieurspulletjes en originele kerstcadeaus. Het is de ideale periode om te starten,” zegt Steven Nys, “iedereen is nog volop in de weer met kerstcadeautjes zoeken.” Steven en Bride hebben gekozen voor het concept van een pop-upstore omdat ze eerst willen zien hoe alles loopt. “Als het veel interesse opwekt, kunnen we er misschien ons bijberoep van maken.”
Voor beginnende ondernemers is het concept van een pop-upstore dus ideaal. Daarom wil de stad het concept ook aanmoedigen, volgens Thomas Martens.
“Als jonge starter weet je nog niet of je product zal aanslaan. Aan de hand van een pop-upstore kan dit perfect getest worden”, legt Thomas Martens uit.
Pop-upwinkels zijn dus voor beide partijen een goede zaak. Steden en gemeenten zitten niet langer met leegstaande panden en jonge starters kunnen uittesten of hun project aanslaat.