Ik heb al pis gedronken
Het belang van een goede eerste indruk mag niet onderschat worden. Dat wist ik toen al. Enter.
Ziedaar mijn eerste online briefwisseling met wat later mijn vriendin zou worden. Moderne romantiek.
Wat haar in godsnaam bezielde om op deze weinig uitnodigende ijsbreker te antwoorden, weet ik niet. Ze deed het toch.
Hahahahaha, ook een goeiedag :p
Glorie! Maandenlang opgespaarde moed wierp zijn vruchten af. Het vergde verdorie stalen kloten om zo’n manoeuvre aan te durven. Trap het af met uw Anno Domini, de jaren worden voortaan geteld vanaf dit moment. Planeten tolden uit hun baan en de Aarde werd gehuld in gelukzaligheid. God hemzelve viel spontaan op beide knieën en stamelde: ‘Mijn Heiland, ik ben niet waardig dat Gij tot mij komt, maar sta mij toe U mijn troon aan te bieden’.
“Goed,” zei ik, ”ik neem het wel over vanaf hier.”
Hm. Eigenaardig wat je hormonenhuishouding je flikt bij wat vrouwelijke aandacht.
Wat ze in mij ziet, weet ik niet.
Wat ze in mij zou kunnen zien? Zelfs dát weet ik niet.
Een sullige knul. Trotse eigenaar van een zodanig met pukkels en bulten voorzien voorhoofd dat er op te mountainbiken valt (voor de liefhebbers: een zwart parcours!)
Bovendien een vettige kop haar, met tussen iedere haarspriet een hagelwit vlokje roos. Een gelijkaardig zicht als het strooiveld van mijn gecremeerde vader – met als enig verschil dat je daar bijzonder afkeurende blikken krijgt als je er een pul Head & Shoulders overheen kapt.
Dan moet ik wellicht een kast van een lichaam hebben? Bingo. Kent u ze, de toonzaalmodellen in Ikea?
Een eclatante glimlach dan? Tja. De enige dag dat een tandarts tussen mijn kiezen komt peuteren zal ik omgekomen zijn in een verschrikkelijke crash waarbij mijn gezicht van mijn schedel gesmolten is, en slechts mijn tanden overblijven ter identificatie.
Nee, u mag het gerust een mirakel noemen dat mijn vriendin mij graag ziet. Voeg maar toe aan het lijstje: ergens tussen ‘Donald Trump verkozen als president’ en ‘Kookboek van Lesley-Ann Poppe verkoopt meer dan 1 exemplaar’.
Moeiteloos bovendien! Zonder boe of ba bemint ze mij, kust ze mij en warmt ze, om kwart na slapenstijd, haar koele zolen aan mijn kuiten. Haar vleesgeworden voetenwarmer.
Maar als – nee, wannéér – ze mij ’s ochtends wijst op de putlucht die ik uitadem, glimlach ik.
Want het leven is schoon en goed met zij naast mij.