Jaarlijks verdwijnen er meer en meer foorkramers. Het mindere geld dat er te verdienen valt, zorgt ervoor dat heel wat foorkramers een andere weg opzoeken. Ook zij die al generaties lang een kermisattractie hebben, proberen hun kinderen naar een andere sector te duwen.
Vroeger werd het gezien als een waar volksfeest, nu kunnen we hen niet snel genoeg opnieuw zien vertrekken. Het leven van een foorkramer is de laatste jaren enorm veranderd. Meer en meer attracties die al generaties lang meedraaiden verdwijnen mondjesmaat. Het beeld van foorkramers die samen verzameld stonden op een weiland met hun woonwagens is een zeldzaam beeld geworden. Eind vorig decennium waren er nog een groot duizendtal uitbaters van kermisattracties, terwijl er in 2016 nog slechts 945 waren. Dat blijkt uit een analyse van het NSZ, het nationaal syndicaat voor zelfstandigen, op basis van de cijfers van de FOD Economie.
De foorkramers die nu nog te vinden zijn op de kermissen zien de toekomst somber in. “Ik heb 4 kinderen, 3 zonen en een dochter en ik heb altijd gehoopt dat ze de kermis niet zouden voortdoen.” Dat zegt Veerle Herman, telg van een generaties oude kermisfamilie.