Mag er gelachen worden op een begrafenis?

| Dit artikel past in een opdracht voor studenten uit het tweede jaar met als onderwerp cmp - tekstschrijver.

Maxime De Brouwer

 

Als er iets grappigs verteld wordt, dan schatert iedereen. Waarom vinden we het ongepast om te lachen als er iets grappigs verteld wordt op een begrafenis?

In onze westerse rouwcultuur kleuren begrafenissen altijd somber. We associëren somberheid met respect. Lachen valt daar moeilijk mee te rijmen. Sommigen proberen het tij te keren. Ze kiezen voor een afscheid dat past bij hun geliefde overledene. Weg van het sombere, omdat ze daar niet langer de meerwaarde van snappen.

Het is mooi om de persoonlijkheid van de overledene, wars van normen, tot uiting te laten komen.”

Hanneke van de Plassche
Uitvaart- en rouwdeskundige

De ongeneeslijk zieke paralympiër Marieke Vervoort vertelde in een gesprek met de regionale zender ROB-tv over haar begrafenis die ze al had voorbereid. Ze koos bewust voor een afscheidsviering waar plaats was voor een grap. Daarom vroeg Marieke aan haar beste vriend Tom Waes om haar favoriete mop te vertellen op haar begrafenis. Tom Waes kondigde deze via een videoverbinding als volgt aan: “Op verzoek van Marieke Vervoort, de mop van den aap en de leeuwin. Moest daar een pastoor zitten, meneer pastoor, doe alstublieft uw oren toe!” Alle aanwezigen zaten aan hun stoel genageld, niet wetend wat komen zou. Maar, beetje bij beetje ontdooiden ze tot ze uiteindelijk lachten.

Uitvaart- en rouwdeskundige Hanneke van de Plassche schrijft in haar boek ‘Rouwe Kost’: “Het is mooi om de persoonlijkheid van de overledene, wars van normen, tot uiting te laten komen.”

Van de Plassche schrijft in haar boek het verhaal van een 19-jarige. Deze jongeman grapte op zijn ziekbed tegen zijn vrienden: “Als ik sterf, wil ik in een onesie opgebaard worden en moeten jullie in onesie naar mijn begrafenis komen”. Zijn vrienden wilden zich graag aan die laatste belofte houden. Zijn moeder vroeg zich af wat de mensen wel niet zouden denken. Maar tegelijk glimden haar ogen omdat dit soort grappen haar zoon zo kenmerkten. Tijdens de begrafenis waren de vrienden gekleed in een onesie. In hun afscheidsrede vertelden ze dat hun overleden vriend hen erin geluisd heeft en ze hem nu niet meer kunnen terugpakken. Hetgeen de toehoorders deed lachen. Het was naast het grote verdriet, een troostend moment van vriendschap en humor.

In beide afscheidsceremonies was verdriet heel prominent aanwezig, maar was er ook ruimte voor anekdotes en humor. Humor bood troost aan de achterblijvers die met warmte terugkeken op de goedlachse en eigenzinnige persoonlijkheid van hun geliefde overledene. De overledenen waren aanwezig in wie ze waren en wie ze altijd zullen zijn.

Humor en anekdotes op een begrafenis kunnen voor de ene troostend maar voor de andere storend zijn. Het ligt gevoelig. Lachen klinkt als ‘vieren’ en dat valt in onze cultuur moeilijk te rijmen met de dood.

Lachen is geen emotionele inconsistentie.”

Jordan Raine
Onderzoeker Universiteit van Sussex

Jordan Raine, onderzoeker menselijke non-verbale vocalisaties aan de Universiteit van Sussex, vertelt in een artikel op vice.com: “Lachen is geen emotionele inconsistentie. Door te lachen geraken je hersenen de angst, die is ontstaan door nare gebeurtenissen, kwijt en wordt de spanning in ons lichaam verlicht.”

Lachen kan de pijn van het afscheid niet wegnemen. Het kan die pijn wel verzachten.

Wie de aanwezigen op een begrafenis aan het lachen brengt, is dus allerminst een cynische lul zonder hart en empathie. Zet de deur dus maar wagenwijd open voor een begrafenis, waarbij een lach gekoppeld wordt aan het verdriet.

Rouwclowns

Peter Leeman, de enige Belgische
rouwclown (foto: rouwclown.be)

Een clown op een begrafenis. Het klinkt tegenstrijdig. En toch trekt Gentenaar Peter Leeman, voor wie dat wil, in clownspak naar begrafenissen. Als enige Belgische rouwclown zorgt Leeman dat iemands uitvaart een nooit te vergeten afscheid wordt.

Meestal zijn het de nabestaanden die hem vragen. Maar soms komt de vraag ook van de stervende zelf. “Steeds ga ik vooraf langs om te bepalen welke rol van mij verlangd wordt,” zegt Leeman.

“Ik wil kleur geven aan begrafenissen,” zegt Leeman, “door de stijve patronen die begrafenissen kenmerken te doorbreken. Huilen kan, lachen mag.”

Dat doet hij niet in kleurrijke kleren en met rode neus, maar in donker pak en zwart geschilderde neus. Ingetogen en zonder grappen. Zwijgzaam troostend.

Leeman vindt dat op iedere begrafenis gelachen mag worden. Leeman: “De overledene heeft zelf immers heel wat afgelachen in zijn leven. Waarom zouden we dan afscheid nemen in tranen?” Toch is hij van oordeel dat de Europese rouwcultuur niet klaar is om te lachen tijdens een begrafenis. “Terwijl in andere culturen een afscheidsceremonie vaak een kleurrijke viering is, is een begrafenis in onze cultuur formeel en somber. Mijn ervaring leert me dat er meer gelachen wordt bij de koffietafel achteraf. Tijdens de uitvaart zelf gebeurt het minder, maar als er toch gelachen wordt, lacht iedereen spontaan”, aldus Leeman.

Leeman werd als rouwclown al een veertigtal keer op begrafenissen gevraagd. De laatste was tijdens het afscheid van Panamarenko.

Conclusie

Lachen op een begrafenis: het mag! Mensen moeten de kans krijgen om afscheid te nemen van hun dierbaren op de manier die het beste bij hem of haar past en die hij of zij ook het liefste zou willen. Zo krijgt hun betreurde geliefde het afscheid waar die recht op heeft. Al zijn we in onze cultuur nog lang niet klaar om lachen als een wezenlijk onderdeel van een begrafenis te zien. Toch voelen we een voorzichtige verschuiving in hoe we vandaag afscheid nemen. Het definitieve afscheid van iemand die geliefd was, brengt verdriet, diep verdriet. Een element van vreugde bij zoveel verdriet kan voor de nabestaanden een onwaarschijnlijke troost betekenen. Mooi toch?