IEPER – Voor een dag geen oorlogstoerisme in Ieper. Koning fiets is vandaag de baas. Koen Dewulf crosst van de IJzertoren tot aan de Kemmelberg om zijn zoon Stan aan het werk te zien. Vlammen over binnenbanen en vele luide ‘Alé Stans’ later. Hopend op een moment van opperste extase. Winst in de mythische Kattekoers.
Zondagmorgen 26 maart. Een frisse wind waait over de kattenstad. Het is een mierennest op de parking van KVK Westhoek. De fiets beheerst vandaag de Ieperse voetbalarena. Wielrennen domineert nu de Westhoek. Op de parking weerklinkt een gevecht van verschillende talen. Bonkig Noors en chauvinistisch Frans wisselen elkaar af. Sappig Limburgs passeert er ook. Koen Dewulf wacht op de komst van de Belgische ploeg. Zijn zoon Stan verdedigt als belofte de Belgische kleuren. Ook broer Gust, Nico Bonnez en Didier van der Lint supporteren vandaag mee. “Ik ben heel de week bezig geweest met het parcours uit te stippelen. We zien Stan op meer dan 10 plaatsen”, vertelt Koen.
De Belgische karavaan komt toe. Enkele Poolse renners springen uit de Belgische kamper. Polen en Ieper, ze blijven elkaar achtervolgen. Mecaniciens pompen de banden op. De geur van massageolie en angstzweet hangt in de lucht. Bondscoach Jean Pierre Dubois sipt rustig aan zijn koffie. Stan rijdt op zijn zwarte Ridley Orion de parking op. “Succes man”, zegt Koen. Broer Gust motiveert Stan op zijn eigen manier. “Ik ben niet voor niets naar hier gekomen.” Daarna gaat het richting Koen zijn Opel Vivara uit 2012. Op naar de Steenstraat in Woumen.
Rodania weerklinkt. Een agent in zijn blauwe uniform sluit het verkeer af. Een koppel in hun Peugeot vloekt. Snel even doorrijden zit er niet in. De vrouw kijkt de agent gefrustreerd aan. Toeschouwers stromen toe. Remmen piepen. Renners wriemelen zich in een goede positie. Het peloton is nog gegroepeerd en neemt de bocht naar de Steenstraat. “Ik heb hem gezien”, roept Gust enthousiast als hij naar de auto loopt. De autodeuren knallen toe. Koen start vliegensvlug de motor. “Nu wordt het druk.”
IJzertoren
De brug van Diksmuide, Vlaams-nationalistische grond. De vlaggen op de IJzertoren waaien strak. Een kopgroep van 19 renners rijdt voorop, maar de Belgen laten zich verrassen. Niemand gelooft dat deze groep voorop zal blijven. De tijd zal het tegendeel bewijzen. Stan peddelt vlot mee in het peloton. Vlug de auto in. Vlammen langs de Ijzer naar de volgende halte. Boenk in een put. Zwiep even uitwijken voor een tegenligger. De deur aan de zijkant is niet goed toe. “Dat is niet erg hoor. Hij gaat niet openvallen”, zegt Gust al gniffelend.
Het peloton dokkert over de kasseien van Lo. “Alé Stan”, schreeuwt Nico. Twee renners gaan in de achtervolging. Een chasse patate. In Beauvoorde laat het peloton de plaatselijke frituur links liggen. Geen kleintje met mayonaise voor hen. De kopgroep heeft bijna 4 minuten voorsprong. “Ze rijden niet”, vloekt Koen. In de camionette krijgen we gezelschap van Kayla van der Lint, dochter van Didier en vriendin van Stan. “Voor jou heb ik vegetarische broodjes mee”, zegt Didier.
Nostalgie
De Moeren. Gevreesde grond in wielerland. Een open vlakte. De wind waait er hard. Loeihard. Ideaal om de achtervolging in te zetten. “Hier gaan ze mogen schiften”, zegt Koen al slurpend aan zijn blikje Cola. Hij bijt in zijn broodje met salami. Het peloton wordt door toedoen van de Belgen in stukken gereden. Koen bekijkt gespannen de passerende renners. “Stan zit attent vooraan.” Volgende halte is Proven. Het peloton passeert vliegensvlug. Nu naar Heuvelland. Abele. Een deelgemeente van Poperinge. Amper een kruispunt groot. Hier reed Stan zijn eerste wedstrijd. “Hier is het allemaal begonnen. Mooie herinneringen”, mijmert Koen.
De renners vlammen de Sulferberg naar beneden. De voorsprong blijft gelijk. Na de afdaling van de Rodeberg vliegt het peloton ons voorbij. De achtervolging is gestart. Nog 4 minuten te dichten. “Ja, dat komt hier niet goed”, zegt Didier nerveus.
De Kemmelberg. Gevreesde West-Vlaamse grond. Kasseien. Stijgingspercentages boven de 20%. Wielertoeristen zwalpen hier naar boven. Ook profrenners vrezen de top van Heuvelland. De kopgroep verbrokkelt. Zeven dappere renners zetten hun strijd verder. Ook in het peloton wordt een schifting gevoerd. Voem. De Kemmelberg naar beneden. Op tubes van 5 millimeter. Vrezend voor dat ene steentje op de weg. Alles verloopt gelukkig goed.
Vlug wat gedokker over de kasseien van Loker. Vlam. De Rodeberg naar beneden. Het peloton drijft het tempo op. Toch blijft de voorsprong van de kopgroep nog 2 minuten en 20 seconden. De spanning loopt hoog op. Koen blijft rustig. “De kopgroep rijdt al lang voorop. Een keer serieus rammelen op de Kemmelberg en het gat is gedicht.”
Kemmelberg
Een tweede keer de Kemmelberg. Nu van de steile kant. Een maximaal stijgingspercentage van 23%. Dat op kasseien. Renners zwalpen naar boven. De beste renners fietsen al fluitend omhoog. De voorsprong van de kopgroep zakt tot 1 minuut 25 seconden. Het peloton schift verder. Stan laat zich niet verrassen. De andere Belgen volgen wat verder. Nu gaat het in volle vaart naar Ieper.
De eindhalte is de Grote markt van Ieper. De vlaggen op de Lakenhallen wapperen hard. Kinderen lopen door de fontein. Het wemelt er van de toeschouwers. Een man bijt in zijn hotdog. Wat ketchup spat eruit. Met een wit servet ruimt hij het gemors op. De voorsprong van de kopgroep zakt in de laatste kilometers. Koen blijft er rustig bij. “Als hij in de kopgroep zat, zou ik nerveus zijn. Nu valt dat allemaal goed mee.” Koen piept over de hekkens. Geen renners te zien. Tot plots: 250 meter te sprinten. De zeven vroege vluchters strijden om de zege. De Brit Jacob Hennessy komt al juichend over de meet. Stan 58 seconden later als 38ste.
Ontgoocheling
“In de heuvelzone viel ik te veel aan. Daardoor voelde ik in de laatste kilometers mijn benen langzaam leeglopen”, zucht Stan. De ontgoocheling druipt er vanaf. Stan springt op zijn fiets. Een frisse douche moet de wedstrijd doen bezinken. “Kom we gaan nog iets drinken”, zegt Koen. Hij drinkt een fris pintje, Nico houdt het bij een cola. Na het noodzakelijke blijven plakken trekt iedereen huiswaarts.
Een week later rijdt Stan de frustraties uit zijn lijf. Vierde in de hoog aangeschreven rittenwedstrijd Triptyque des Monts et Châteaux. Stap voor stap zet Stan zijn pad naar zijn ultieme doel verder: profwielrenner worden. Binnen 5 jaar klautert hij misschien met de profs de Kemmelberg over. Wie weet waar hij dan toe in staat is.
[jetpack-related-posts]