Twaalf studenten Journalistiek van de Arteveldehogeschool helpen sinds enkele weken het Federaal Crisiscentrum bij hun communicatie. Ze rapporteren over de mening van de jongeren en geven advies over hoe de communicatie kan bijgestuurd worden.
Voor het vak SelfLab Online en Werkplekleren kozen twaalf tweedejaarsstudenten om aan crisismonitoring te doen. Wat dat precies inhoudt, wisten ze eerst zelf niet. Daarom kregen ze eerst een korte opleiding via een digitale webinar. De dag nadien moesten de eerste rapporten al bij het crisiscentrum zijn. En dat twee weken lang. Intussen werd het project hernomen, en zijn de studenten dus opnieuw aan de slag.
Wanneer je de persconferentie bekijkt en je merkt dat jouw advies erin verweven is, geeft dat enorm veel voldoening
Arthur Van Belleghem
“We werden er wat snel ingegooid, maar eens ik mijn methode gevonden had, ging het snel”, getuigt Arthur Van Belleghem (23). “Ik scrollde kilometers op sociale media, op zoek naar diverse meningen en bekommernissen. Ook volgde ik de online discussies van mijn geëngageerde vrienden op de voet. Zo kom ik al snel aan drie uur werk per rapport.”
Ook Kasper Goossens is vrijwilliger voor het crisiscentrum. Hij mocht in naam van de opleiding zijn verhaal doen op radio en tv.
(Lees verder onder de video.)
Derdejaarsstudent Jesse De Meulenaere (24) weet ook wat gedaan, al kiest hij voor een andere aanpak. “Op sociale media zeggen mensen maar wat, ik wil weten wat er écht speelt. Ik skype dus telkens urenlang met vrienden en familie, om een heel menselijke analyse te maken. De diversiteit in onze rapporten is dan ook een enorme troef”, vertelt Jesse.
De moeite waard
Het overkomt een student niet vaak dat zijn of haar schoolwerk een weerslag heeft in de ‘echte’ wereld. Waar een taak meestal binnen de schoolmuren blijft, belandt ze nu op het bureau van de Veiligheidsraad.
“Het is echt een onbeschrijfelijk gevoel om te beseffen dat jouw werk een impact kan hebben op het hele land”, zegt Arthur.
De studenten krijgen feedback op hun adviezen waarmee ze aan de slag kunnen voor hun volgende rapportage. “Onze contactpersoon bij het crisiscentrum stuurt ons de dag zelf nog een verslag met wat er precies is opgenomen in het finale advies van die dag. Dat houdt mij gemotiveerd”, zegt Jesse.
Voor Cécile Van Roeyen (22) is het project alvast een succes en blijft het misschien geen eenmalig gebeuren. “Dit is wat ik wil doen. Op mijn stageplek vond ik niet wat ik hier wél vind: passie. Zélf de vinger aan de pols houden, en daarmee de samenleving helpen. Binnenkort moet ik gaan solliciteren, en dan zal ik veel denken aan dit project “, besluit Cécile.