Ik ben al jaren jaloers op latino’s. Niet dat Bolsonaro en Maduro beter zijn dan onze Van Saksen-Coburg. Hoewel, volgens Bolsonaro stelt corona niet veel voor. Daar zou ik me best in kunnen vinden, mocht dat waar zijn.
Nee, ze hebben in Latijns-Amerika paus Franciscus. Wat een man. Naar aanleiding van zijn recente zedenfeiten op Instagram, heb ik de goedheiligman geresearcht. Dat horen journalisten namelijk te doen. Niet zomaar schrijven wat je wilt schrijven, maar wel checken en dubbelchecken. Bij het lezen van Franciscus’ wikibiografie kreeg ik even een déjà vu. Bergoglio heeft als seminarist (geestelijke in spe) een week niet kunnen bidden omdat hij een jonge schoonheid had gezien op een trouwfeest. Zo verblind was hij door haar aanblik. Wat een gevoel voor passie heeft die man. Franciscus gaf er zelfs bijna zijn studies voor op. Waarschijnlijk voelde hij zich even verliefd toen hij een hartje gaf aan dat Braziliaanse bikinimodel. Of lag dat eerder aan haar kathedraal van een lichaam?
Wie ook zo’n kathedraal van een lichaam heeft, is diaken Herman, de man die mij in de lagere school buisde voor het vak verkeer. Hij heeft een buik als een wijwatervat en een voortand eenzaam als de biechtstoel. Herman is geen liefhebber van spanning. Het liefst vertelt hij elke week de parabel van de soepsteen. Een verhaal zonder emotie of spanning. In die zin past de soepsteen wel bij zijn verteller.
Dan had ik liever paus Franciscus gehad als leraar. Of Maradona, een ander latino-icoon, maar afkomstig uit hetzelfde Argentijnse Buenos Aires. Diego Maradona, de man die de Zuid-Amerikaanse filmclichés in leven hield. Voetbal, sigaren en geribbelde onderhemdjes, cocaïne incluis. Dat laatste werd hem twee weken geleden fataal. Maradona is niet meer. Even leek Het Nieuwsblad zijn begrafenis te vergelijken met die van koning Boudewijn. Gelukkig werd dat plaatje snel genuanceerd.
Bij Boudewijns begrafenis was heel ons land in diepe rouw. Of toch minstens een beetje triest want het stelde niks voor tegenover de Argentijnse klaagzangen. België mist dat zuiders gevoel voor passie en emotie. Waar de emoties beneden de evenaar zich uitstrekken van vreugdevuur tot zondvloed, geraken wij niet verder dan een enkele traan en een lach zonder tanden. Dichter dan een sporadische ‘tous ensemble’ om de vier jaar komen we niet bij het zuiderse vuurwerk.
Als Franciscus God niet is, dan wel Maradona. Twee mannen die het zesletterwoord passie belichamen. In tegenstelling tot onze Kevin De Bruyne of diaken Herman. Twee mannen die de onverschilligheid belichamen. Nochtans is er aan het witte passiepoeder van Maradona geen gebrek in ons land.
In elk geval zouden wij Belgen best een snuif van die zuiderse passie kunnen gebruiken. Waar zijn onze Maradonae en onze Francisci? Voor wie zouden wij weken bleiten in Brussel? Die eer is zelfs Marco el Ranst niet gegeven.