Het christendom is al eeuwenlang de grootste religie in heel West-Europa. In deze wereld vol wetenschap en feiten wordt het moeilijk voor de godsdienst om zich staande te houden. Enkele gelovigen die wel trouw blijven aan de christelijke traditie vertellen hierover.
“Pastoor, Ninove, leerkracht.” Zo beschrijft priester Alexander Vandaele zichzelf. Toch past hij niet binnen het typische plaatje van het star fossiel dat wel eens met het vingertje in de lucht predikt. Hij is 44 jaar oud en werd tien jaar geleden de jongste pastoor van Vlaanderen. Vandaag staat hij aan het hoofd van meerdere parochies in en rond Ninove. Hij noemt het zijn “territorium”.
Sommigen vragen Alexander wel eens of zijn leven als pastoor niet saai of eenzaam is. “Absoluut niet”, ontkent hij dan, “Ik geniet van het contact met mensen en ben nooit alleen in mijn pastorij. Wanneer ik een bezoeker naar buiten begeleid, staat mijn volgende gast al aan de deur te wachten.” En mocht Alexander dan toch eens alleen zijn thuis, dan krijgt hij alsnog gezelschap van Mozes. Dat is zijn huiskat, die hij vernoemde naar zijn favoriete personage uit de Bijbel.
Soms wil ik gewoon Alexander zijn.”
Pastoor Alexander Vandaele
Mensen die horen dat Alexander pastoor is, beginnen soms een discussie met hem. Dat is niet altijd gemakkelijk, erkent hij: “Soms wil ik gewoon Alexander zijn. Het klopt dat ik een overtuiging heb die in een bepaald plaatje past, maar wie mij beter leert kennen weet dat ik meer ben dan een stereotiepe pastoor.” De kerk moet volgens hem vooral inclusief zijn, zowel naar gelovigen als priesters toe. “In het huis van God is ruimte voor velen”, vertelt hij.

(Foto: Alexander van Nunen)
Van ingenieur tot pastoor
Als kind had Alexander zijn zinnen nog niet gezet op het priesterschap. Integendeel, hij studeerde af als industrieel ingenieur. “Ik vond die studies interessant, maar wist diep vanbinnen dat ik nooit gelukkig zou zijn als ingenieur”, zegt hij, “Daarom ben ik nadien gaan studeren aan het seminarie.”
Priester, en zeker pastoor, word je niet meteen. Alexander is er langzaam naartoe gegroeid: “Ik vergelijk het graag met een relatie. In het begin verken je elkaar, zonder meteen samen te wonen. Na verloop van tijd trek je in onder hetzelfde dak, ga je misschien trouwen of krijg je zelfs kinderen. Zo ben je eerst ook diaken, priester en onderpastoor, alvorens aan het echte werk te beginnen, namelijk pastoor zijn.”
Toekomstperspectief
Alexander denkt dat de Katholieke Kerk zeker een toekomst heeft. Tenminste, zolang die het verschil kan blijven maken voor de gewone mens. “Ik hoop dat de toekomstige generaties niet zullen zeggen dat de katholieken rare mensen zijn”, vertelt de pastoor, “De kerk moet blijven nadenken over wat het beste is voor de samenleving, zonder zich met de politiek te mengen.”
De pastoor vindt dat de kerk zich absoluut wat aantrekkelijker mag maken. Daarvoor moet zij terugkeren naar haar kernactiviteit. Die bestaat niet uit de sier van grote kardinalen of de machtsposities die ze nog heeft. “Het is tijd om die dingen allemaal achter ons te laten”, besluit hij zelfzeker. Volgens Alexander moet de kerk vooral mensen verbinden en zorg dragen voor de zwaksten in de samenleving. “Ik zal wellicht nooit weten hoe de kerk er binnen honderd jaar uitziet”, eindigt hij, “Maar ik wil wel meebouwen aan een mooie toekomst. Daarvoor zet ik me iedere dag in.”
[jetpack-related-posts]