Het debat over kunstgras doet de emoties hoog oplaaien in Nederland. De synthetische velden zouden slecht zijn voor mens, milieu én het voetbal in het algemeen. “Kunstgras verzwakt het Nederlandse voetbal”, meent Dirk Kuyt. Ook in België klinkt de kritiek steeds luider. Vooral het kunstgrasveld van eersteklasser Sint-Truiden ligt zwaar onder vuur. Het artificiële gras lijkt zijn greep op de voetbalwereld te verliezen.
© Robin Dekempe
Om klokslag tien uur betreden de mannen van trainer Jonas De Roeck het trainingsveld in de Sint-Jansstraat in Sint-Truiden. Er hangt een laaghangende mist en het miezert wat. Terwijl het eerste elftal op een gezapig tempo enkele rondjes rond het veld loopt, slaat Jean-Pierre Scheepers een praatje met een handvol trouwe fans. “Door het vochtige weer zullen we straks weer werk hebben om het veld er bovenop te krijgen. Ach ja, dat hoort erbij zeker”, lacht hij. De 68-jarige greenkeeper of veldverzorger zoals hij het zelf graag noemt, is al sinds 1988 in dienst bij de Limburgse club. “Toen we nog geen kunstgras kenden. Gelukkig maar!”
Toen ik hoorde dat er op Stayen kunstgras zou komen,
heb ik gevloektJean-Pierre Scheepers, veldverzorger STVV
In 2010 besloot voetbalmagnaat en toenmalig STVV-voorzitter, Roland Duchâtelet, enkele ingrijpende veranderingen door te voeren in het stadion van Sint-Truiden. ‘De hel van Stayen’ werd aangepast aan de noden van de moderne voetbalsupporter. Zo werd er een nieuwe hoofdtribune neergepoot en verving men het natuurgrasveld door kunstgras. Jean-Pierre Scheepers en zijn collega verloren toen hun voltijdse job: “Toen ik dat hoorde, heb ik toch even gevloekt. We moesten verplicht overschakelen naar vrijwilligerswerk. Zo’n veld heeft namelijk amper onderhoud nodig. Voor een wedstrijd besproeien we het en borstelen we wat, zodat ‘de bolletjes’ naar beneden zakken. Voor de rest doen we er niets aan.”
Het kunstgrasveld van Stayen © Robin Dekempe
Kankerverwekkend
‘De bolletjes’ waar Jean-Pierre naar verwijst, zijn de zogenaamde rubbergranulaatkorrels. Het instrooimateriaal dient om onder andere brandwonden te voorkomen bij slidings en tackles. Begin oktober 2016 ontstond er in Nederland ophef rond deze korrels door de uitzending ‘Gevaarlijk spel’ van het televisieprogramma Zembla. Daaruit bleek dat de rubbergranulaatkorrels, die over de meeste kunstgrasvelden worden uitgestrooid, kankerverwekkende stoffen zouden bevatten.
Programmamaker Roelof Bosma kwam op het idee om hierover een aflevering te maken. “Ik heb zelf jarenlang gevoetbald bij voetbalclub CJVV Amersfoort. We hadden als eerste ploeg in de regio een kunstgrasveld. Door de blakende zon was het in de zomer echt afzien. Het veld stonk naar verbrand rubber en de spelers kregen blaren op hun voeten. Toen ik het hierover had met een werknemer van het kunstgrasbedrijf, noemde hij het zelf ‘gifvelden’. Dat was mijn drijfveer om de zaak verder te onderzoeken.”
Toen ik de geur van het veld aankaartte,
noemde een kunstgrasbedrijf-medewerker het ‘gifvelden’
Roelof Bosma, onderzoeksjournalist Zembla
Dat onderzoek bracht allerlei dubieuze zaken aan het licht. Zo worden de rubberen korrels gemaakt van gerecycleerde autobanden. Er liggen ongeveer twintigduizend versnipperde banden op één veld en daar zitten stoffen in, waaronder PAK’s oftewel polycyclische aromatische koolwaterstoffen, die kankerverwekkend zouden zijn.
De Nederlandse voetbalbond was hiervan op de hoogte en liet dat al in 2006 onderzoeken. Het kleinschalige onderzoek was niet representatief, omdat er maar zeven personen werden getest op een enkel veld. Toch werd het door de Nederlandse voetbalbond, de overheid en de branche gepresenteerd als het bewijs dat er geen gezondheidsrisico’s aan verbonden zijn.
De korrels spatten op uit de grassprieten © Robin Dekempe
Lobbywerk
Daarnaast bleek uit het onderzoek dat de bandenindustie de Europese regelgeving omtrent de giftige stoffen niet naleefde. In de zomer van 2015 werd er namelijk een nieuwe Europese norm vastgelegd, die de hoeveelheid kankerverwekkende stoffen in rubber moest beperken. Het rubbergranulaat op de kunstgrasvelden overschreed die waarden met een veelvoud.
De Nederlandse overheid had aanvankelijk geen bezwaar tegen de norm, maar na wat heen en weer gemail met de Nederlandse branchevereniging van bandenfabrikanten (VACO), veranderde ze opeens van mening. ‘Om pragmatische redenen’ klonk het. Het Nederlandse standpunt was doorslaggevend en de Commissie besloot dat het rubbergranulaat voorlopig niet aan de strenge normen hoefde te voldoen.
Een kunstgrasbedrijf verbood ons
het woord ‘kunstgras’ in de mond te nemen
Roelof Bosma, onderzoeksjournalist Zembla
De Nederlandse bevolking reageerde ontzet op het nieuws. Wedstrijden op kunstgras werden afgelast, ouders verboden hun kinderen om te gaan trainen en de aanleg van de nieuwe velden werd uitgesteld. Het thema werd hét gespreksonderwerp in verschillende talkshows. Uiteindelijk ging de Nederlandse politiek er zich ook mee bemoeien en werden er meer dan dertig Kamervragen gesteld naar aanleiding van de uitzending.
Eén van de gevolgen van de uitzending © RTV Rijnmond
“Dat het zo’n media-aandacht zou krijgen, had ik nooit verwacht. Toch wisten we dat het onderwerp gevoelig zou liggen, omdat het over de gezondheid van kinderen en natuurlijk de populaire voetbalsport gaat. Ook enkele kunstgrasproducenten waren ongerust. Een communicatiemedewerker van zo’n bedrijf belde ons zelfs op met de eis om de term ‘kunstgras’ niet in de mond te nemen tijdens de uitzending. Dat was natuurlijk niet vol te houden”, lacht programmamaker Roelof Bosma.
Het instrooimateriaal van de kunstgrasvelden kan verschillen © Robin Dekempe
Verwarde vissen
In tegenstelling tot Nederland, waar er ongeveer tweeduizend artificiële voetbalvelden zijn, telt Vlaanderen er maar zo’n driehonderd. Toch maakte men zich ook hier zorgen over het fenomeen. Daarom liet Vlaams minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport Philippe Muyters de zaak verder onderzoeken. Uiteindelijk kwam het agentschap ECHA in februari 2017 tot de conclusie dat de korrels niet gevaarlijk zouden zijn en kan men de risico’s voor de gezondheid ‘praktisch verwaarloosbaar’ noemen. Daarnaast besloot Muyters dat lokale sportclubs, net zoals in Nederland, hun velden konden laten onderzoeken door Recytyre, het beheersorganisme voor afvalbanden in België.
Professor van den Berg zou z’n kinderen niet op zo’n veld laten voetballen. Dat zegt toch genoeg?Roelof Bosma, onderzoeksjournalist Zembla
Door de impact van hun aflevering en de verrassende uitkomst van het rapport besloten Roelof Bosma en co om een tweede aflevering te maken. Daarin bespraken ze enkele proeven waaruit bleek dat de embryo’s van vissen stierven als ze blootgesteld werden aan water dat in contact was geweest met de rubberkorrels. Bovendien lieten blootgestelde vissen ernstige gedragsveranderingen zien.
In een derde aflevering kwam men dan weer met het nieuws dat de korrels slecht zouden zijn voor het milieu. Uit een onderzoek kon men namelijk afleiden dat ‘de kleine bolletjes’, zoals veldverzorger Jean-Pierre Scheepers ze noemt, jaarlijks in grote hoeveelheden op de wegen rond de velden belanden. Daardoor zouden ze via sloten langs de velden in de riolering terechtkomen en zo het water vervuilen.
Wij hebben onze taak als journalist vervuld.
Nu is het aan de experts om het beter te onderzoeken
Roelof Bosma, onderzoeksjournalist Zembla
Op de vraag of de plastic ondergrond nu wel degelijk schadelijk is voor mens en natuur, antwoordt Bosma het volgende: “Enkele onafhankelijke wetenschappers, zoals professor Martin van den Berg van de Universiteit van Utrecht, lieten me weten dat ze hun kinderen niet op zo’n veld zouden laten voetballen. Dat zegt toch genoeg? Wij hebben in elk geval onze taak als journalist vervuld. Nu is het aan de experts om het beter te onderzoeken. Toch blijf ik het opvolgen, want je weet nooit of er misschien nog een vierde aflevering inzit”, besluit de Nederlandse onderzoeksjournalist.
De korrels stapelen zich op aan de kant van het veld © Robin Dekempe
Zacht beton
Terug naar het trainingscomplex in de Sint-Jansstraat. Intussen loopt de training op z’n einde en maakt Jean-Pierre Scheepers zich klaar om de twee overgebleven natuurgrasvelden ‘te soigneren’. “Waarom ik het eigenlijk nog doe? Je moet toch iets om handen hebben, he. Mijn vrouw is enkele jaren geleden gestorven en zo alleen thuis zitten is niets voor mij.” Intussen is zijn collega George Moers erbij komen staan. “Ook het contact met de spelers is aangenaam he, Jean-Pierre!”, komt hij tussen. “Ja, dat klopt. De mannen tonen veel respect, maar daar heeft mijn leeftijd ongetwijfeld ook iets mee te maken”, zegt de guitige senior al lachend. “Maar genoeg gelachen, tijd om weer aan het werk te gaan!”
Terwijl Jean-Pierre op zijn zitmaaier kruipt, jaagt George enkele voetballende kinderen weg van een trainingsveld. Garrincha Vandijck is een van hen. “Mijn vrienden en ik komen hier wekelijks voetballen. We zijn afkomstig uit Tienen, maar komen graag hier een balletje trappen. Aangezien we in onze vrije tijd niet mogen spelen op het veld van onze voetbalploeg KVK Tienen moeten we een andere oplossing zoeken”, zegt de vijftienjarige. “Vooral het kunstgrasveld heeft onze voorkeur, omdat de bal op zo’n veld sneller rolt en die lekker hoog op stuit. Het gaat er vaak technischer aan toe en je hebt meer het gevoel dat je op straat voetbalt, terwijl je toch relatief zacht valt”, besluit hij terwijl zijn vrienden de bal om ter langst hooghouden.
Je hebt het gevoel dat je op straat voetbalt,
terwijl je toch relatief zacht valt
Garrincha Vandijck, jeugdvoetballer KVK Tienen
Garrincha Vandijck (midden) en zijn vrienden proberen de bal hoog te houden © Robin Dekempe
Het Oranje-pamflet
Enkele oud-profvoetballers en notabelen uit de Nederlandse voetbalwereld hebben een andere mening over het artificiële gras. Zij ondertekenden in augustus 2017 het pamflet van het Algemeen Dagblad tegen kunstgras. Dat pamflet kwam er op initiatief van enkele ex-aanvoerders van het Nederlandse elftal. Zo signeerden in totaal honderd kopstukken uit de voetballerij, met onder andere Oranje-grootheden zoals Ruud Gullit, Mark van Bommel, Arjen Robben en Dirk Kuyt, het manifest tegen kunstgras in de Eredivisie. Het diende als een oproep voor alle clubs, de Eredivisie en de KNVB om snel samen tot een oplossing te komen en zo kunstgras te bannen uit de hoogste profcompetitie in Nederland. In die competitie werken er dit seizoen zeven van de achttien voetbalploegen hun thuiswedstrijden af op de plastic ondergrond. “Veel te veel”, oordelen bovenstaande critici.
“Het pamflet heeft voor alle duidelijkheid niets te maken met onze uitzendingen”, zegt Roelof Bosma. “De initiatiefnemers zijn niet geïnteresseerd of zo’n velden nu wel of niet slecht zijn voor mens en milieu. Het gaat hen vooral om de kwaliteit van het spel en de internationale status van het Nederlandse voetbal. Daar hecht het AD momenteel veel belang aan. Toch zegt het ook iets over de huidige situatie waar ons nationale voetbalelftal momenteel in verkeert. Vroeger zou de krant zich daar nooit druk over gemaakt hebben, maar aangezien we nu voor de tweede keer op rij een groot tornooi zullen missen, is het wel logisch. Toch zouden wij bij Zembla nooit zoiets a-journalistieks doen. We zijn per slot van rekening journalisten en geen activisten.”
Wij zouden nooit zoiets a-journalistieks doen.
We zijn journalisten en geen activisten
Roelof Bosma, onderzoeksjournalist Zembla
De ‘kunstgrasclubs’ in de Eredivisie stoorden zich aanvankelijk mateloos aan het AD-manifest en de steeds vijandigere toon van de tegenstanders. Al snel koppelden ze de kunstgraskwestie aan de ongelijke verdeling van de tv-gelden. Daardoor ziet een kleinere club zich genoodzaakt om een goedkoper kunstgrasveld aan te leggen. Ze pleiten nu dan ook voor een nieuwe verdeelsleutel van het televisiegeld. Dat is volgens hen dé manier hoe iedere Eredivisieclub een dure natuurgrasmat kan betalen.
Enkele dagen na het manifest werd de ‘Werkgroep Kunstgras’ opgericht. Op 12 december 2017 zou het een finaal voorstel presenteren. Drie maanden na de oprichting hield de ‘Werkgroep Kunstgras’ echter alweer op te bestaan. Eredivisie-directeur Jacco Swart wil eerst met een totaalpakket de competitie grondig hervormen.
Oud-internationals Ruud Gullit (rechtsboven) en Ronald Koeman (derde van rechts) ondertekenden het AD-pamflet (CC BY-SA 3.0) Nationaal Archief
Competitievervalsing
Ook oud-international Dirk Kuyt liet zich in het verleden meermaals kritisch uit over het artificiële gras. Hij ondertekende dan ook met veel plezier het pamflet van het AD. “Ik heb het ondertekend, omdat ik ervan overtuigd ben dat als Nederland tot de top van Europa wil blijven behoren, alle profclubs op natuurgras moeten blijven voetballen. Op kunstgras is het gewoon een ander spelletje. Zo heb ik tijdens mijn periode bij Liverpool nooit op kunstgras gespeeld of getraind. Het is daar gewoon ‘not done’.”
In Engeland is kunstgras ‘not done’Dirk Kuyt, Nederlands oud-international
Op 14 mei 2017 kroonde zijn Feyenoord zich na zeventien jaar weer tot kampioen van Nederland. De week ervoor kon het ook al kampioen spelen op het veld van stadsgenoot SBV Excelsior. Het liep echter mis en de Zuid-Rotterdammers verloren met 3-0. Volgens Kuyt was de blamage in het toenmalige stadion van Excelsior, genaamd Woudestein, geen toeval. “We zijn het natuurlijk niet gewoon om te spelen op kunstgras. Naast de stress speelde dit volgens mij wel degelijk een grote rol. Je kan het competitievervalsing noemen, maar als iedereen er vooraf mee akkoord gaat, moet je nadien niet komen janken.”
Uit een onderzoek aangevraagd door de Nederlandse voetbalbond bleek echter dat er van competitievervalsing geen sprake is. Zo vallen er op kunstgras evenveel gele en rode kaarten, evenveel doelpunten en zijn de resultaten niet anders dan op een ‘gewoon veld’. Verder is er geen verschil tussen het aantal blessures op kunst- en op natuurgras.
"Dat bewijst dat wij een goede keuze hebben gemaakt", zegt Algemeen Manager van STVV Philippe Bormans aan Sport/Voetbalmagazine. “De aanleg is wel duurder (zo'n 600.000 euro, nvdr), maar dat geld verdien je terug door de lage onderhoudskosten. Je moet bovendien niet zoals Club Brugge zeven keer in drie jaar tijd je grasmat vernieuwen (telkens zo'n 100.000 euro, nvdr). En je kan ‘s winters altijd spelen, zonder risico op afgelasting.”
Op lange termijn is een kunstgrasveld een pak goedkoper (CC BY-SA 2.0) Rune Mathisen
Pro League
Zes en een half jaar ligt het kunstgrasveld van Stayen er al. In maart 2010 stemde de Pro League op voorstel van toenmalig STVV-voorzitter Roland Duchâtelet pro kunstgras. Daardoor mocht Sint-Truiden vanaf dan competitiewedstrijden op kunstgras spelen. Acht jaar later wil de Belgische voetbalorganisatie er weer van afstappen. Op verzoek van AA Gent kwam het thema op de agenda te staan. Enkele clubs vinden namelijk dat de Limburgse eersteklasser er een competitief voordeel uit haalt. Bezoekende teams spelen slechts één of twee keer per jaar op kunstgras. Sint-Truiden daarentegen speelt al zijn thuiswedstrijden op de synthetische mat.
We zijn niet van plan ons kunstgras
zomaar op te gevenPhilippe Bormans, Algemeen Directeur Sint-Truiden
“Dat is totaal van de pot gerukt”, reageert STVV-manager Philippe Bormans in het Nieuwsblad. “Ik werd opgebeld door Pierre François, de CEO van de Pro League. Hij wil het met ons hebben over ons kunstgrasveld. Dat kunnen we niet serieus nemen. Als de discussie op basis van wetenschappelijk onderzoek zou gebeuren, ben ik altijd bereid tot een gesprek. Maar niet op deze manier. Blijkbaar volstaat het om enkele maanden in de top zes te kamperen om enkele topclubs zenuwachtig te maken. Het is symbolisch voor de manier waarop ons topvoetbal tegenwoordig wordt geleid”, sneert hij naar de voetbalorganisatie.
Kunstgras heeft geen toekomstJoseph Allijns, voorzitter KV Kortrijk en lid Pro League
Daarnaast is Bormans niet overtuigd dat echte grasvelden beter zijn. “De Pro League onderzoekt de kwaliteit van de speelvelden en daaruit blijkt dat we een uitstekende mat hebben. Wat van enkele andere eersteklassers, zoals Club Brugge en KV Kortrijk, dit seizoen niet gezegd kon worden. We zijn dan ook niet van plan ons kunstgras zomaar op te geven.”
Joseph Allijns, de voorzitter van KV Kortrijk en lid van de raad van bestuur van de Pro League, spreekt zijn collega tegen. “Dat kan allemaal goed zijn, maar echt voetbal moet gespeeld worden op echt gras. De onvoorziene omstandigheden, zoals het weer, horen erbij. Dat maakt voetbal net zo mooi. Ik blijf erbij dat kunstgras geen toekomst heeft. Hier niet en in het buitenland zeker niet. Kijk maar naar Nederland”, besluit Allijns.
Het veld van Sint-Truiden werd aangelegd door het Belgische bedrijf Domo Sports Grass © Robin Dekempe
Vader Kuyt
Ook Dirk Kuyt is die mening toegedaan. Hij is net als het groepje ‘kunstgrasclubs’, een voorstander van een herverdeling van de televisiegelden. “Als je het probleem wil oplossen, moet dat met z’n allen. Het gaat hier dieper dan het kunstgrasprobleem. We zijn samen verantwoordelijk voor het feit dat er is toegezegd om op kunstgras te voetballen. Dan zijn we nu ook samen verantwoordelijk om dat te veranderen”, stelt hij resoluut vast.
Ik vind het zorgwekkend dat mijn kinderen
moeite hebben om op natuurgras te voetballen
Dirk Kuyt, Nederlands oud-international
Zijn slaap zal hij er wellicht niet voor laten, maar waar hij wel wakker van ligt, zijn z’n voetballende kinderen. “Waar ik moeite heb om op kunstgras te spelen, hebben mijn kinderen moeite op natuurgras. Ze zijn namelijk niet anders gewend en dat vind ik een zorgwekkende situatie voor in de toekomst. Ook de Zembla-uitzendingen heb ik als vader en voetballiefhebber met argusogen gevolgd. We moeten het onderzoek serieus aanpakken en kijken hoe we dit in de toekomst kunnen vermijden. Als vader maak ik me wel zorgen. Kinderen mogen namelijk niet de dupe worden van onze fouten”, besluit de immer sympathieke Katwijker.
Geschaafde knieën
De training van de Kanaries is intussen al een uur afgelopen. George Moers is iets vroeger naar huis vertrokken, omdat z’n vrouw warm eten had voorzien. Jean-Pierre Scheepers is daarentegen nog druk bezig enkele doelnetten aan het herstellen. “Dit is een van de weinige taken, die we hier nog kunnen uitoefenen. Voor de rest verzorgen we de twee natuurgrasvelden tot in de puntjes of verven we de doelpalen eens. Aan het kunstgrasveld op het oefencomplex komen we niet. Dat is voor de mannen van Domo”, waarmee hij verwijst naar Domo Sports Grass. De naam van het bedrijf die de kunstgrasvelden van de Limburgse ploeg heeft aangelegd.
“Gelukkig trainen zowel de spelers als de coach nog steeds graag op natuurgras. Anders zou ik hier constant met mijn vingers staan draaien”, lacht Jean-Pierre. Trainer Jonas De Roeck heeft zelf nooit gespeeld op een kunstgrasveld. “In mijn tijd bestond dat nog niet”, lacht hij. “We proberen zoveel mogelijk te trainen op echt gras en zeker als we in het weekend een uitwedstrijd moeten spelen. Ik ben er wel van overtuigd dat we door het kunstgrasveld in Stayen een thuisvoordeel hebben. Ik kan me voorstellen dat veel spelers er tegenop zien om hier te komen voetballen”, knipoogt hij.
STVV-aanvaller Igor Vetokele treedt zijn coach bij. “Ik heb het zelf meegemaakt toen ik bij Cercle Brugge en Zulte-Waregem speelde. Geloof me, als speler sta je echt niet te trappelen om hier te komen voetballen. Ook al ligt het veld er soms beter bij dan sommige andere in eerste klasse. Het ondergesneeuwde veld in Eupen was bijvoorbeeld een echte ramp. Dan heb ik liever het onze, waar je wat schaafwonden, open knieën en af en toe een korreltje in de ogen aan overhoudt. Een mooi souvenir toch?”, lacht de Oostendenaar met Angolese roots.
Jean-Pierre Scheepers is druk in de weer enkele doelnetten aan het herstellen © Robin Dekempe
In de tussentijd heeft ook Jean-Pierre Scheepers afscheid genomen. De twee grasmatten in het oefencomplex liggen er verlaten, maar perfect bij. Het is gestopt met miezeren en de mist is opgetrokken. Het kunstgrasveld steekt nu meer dan ooit af in de pittoreske Sint-Jansstraat in Sint-Truiden.