Afgelopen septembermaand haalde het binnenlands treinverkeer het op één na beste stiptheidscijfer. Dat stond onlangs in een artikel van de gratis krant Metro. Metro wordt dagelijks verdeeld in zowat alle Belgische stations en is ook terug te vinden op de trein. Dat klinkt positief, maar klopt dat ook?
In het Metro-artikel is vreemd genoeg geen bron terug te vinden voor deze uitspraak, maar op punctuality.belgiantrain.be geeft de NMBS maandelijks de stiptheidscijfers vrij. Ze vergelijkt deze met het jaar ervoor. Helaas blijkt daaruit dat de treinen in 2021 minder stipt reden dan in 2020. Ter vergelijking: in september 2021 kwam 90,92% van de treinen stipt aan, terwijl dat 92,61% bedroeg in september 2020.
Toegegeven, tijdens het hoogtepunt van de coronapandemie in 2020 waren er amper pendelaars. Dat zal de stiptheid positief beïnvloed hebben. Daarom worden de stiptheidscijfers van 2021 beter vergeleken met die van de precoronaperiode.
Spoornetbeheerder Infrabel publiceert op haar datawebsite de stiptheidscijfers vanaf 2016. Daaruit blijkt dat de treinen in 2021 inderdaad minder stipt reden dan in 2020. Daarentegen waren ze wel stipter dan de jaren ervoor. Ter vergelijking: in september 2021 reden 90,92% van de treinen stipt, in september 2019 was dat 90,81%, de jaren ervoor haalden de treinen zelfs geen stiptheid van 90%.
Wanneer noemt de NMBS een trein stipt?
België hanteert hiervoor, net als Duitsland en Luxemburg, de 5 minuten 59 secondennorm. Dat wil zeggen dat een trein pas als vertraagd beschouwd wordt wanneer hij minstens zes minuten te laat aankomt op zijn eindbestemming. In Nederland is dat al na vijf minuten.
De zesminutenstandaard is natuurlijk zeer ruim gerekend. Infrabelwoordvoerder Frédéric Petit: “De zesminutennorm is een wettelijke norm. Intern houden we wel stiptheidscijfers bij op minuutbasis, maar die cijfers worden niet gepubliceerd. De gepubliceerde cijfers geven de stiptheid weer volgens de enige wettelijke definitie.”
De zesminutennorm is de enige wettelijke definitie voor stiptheid.”
Frédéric Petit
Woordvoerder Infrabel
Infrabel publiceert wel het totaal aantal minuten vertraging per maand. Daarin zijn ook de vertragingen van minder dan zes minuten opgenomen. Daaruit blijkt dat de werkelijke stiptheid van de treinen in september 2021 minder was dan deze in september 2020 en 2019. Ter vergelijking: afgelopen september bedroeg de totale vertraging 216.004 minuten terwijl dat er vorig jaar 180.956 waren en 212.675 minuten in 2019.
Volgens Infrabelwoordvoerder Frédéric Petit is dit vooral te wijten aan de overstromingen van afgelopen zomer. Daardoor kwam het spoorverkeer in Wallonië in september weer op gang. En dat verliep nog vaak moeilijk, omdat nog niet overal twee sporen beschikbaar waren.
L-trein het stiptst
Hoewel de officiële stiptheid erop vooruit gaat, verschilt die vooruitgang per treintype.
De L-trein, die stopt in elk station op zijn route, rijdt vaker op tijd dan de andere treintypes. 92,4% van de L-treinen kwam in september op tijd aan, enkel 2020 scoorde beter.
De IC-treinen, die tussen de grote steden rijden, en de P-treinen, die in de ochtend- en avondspits rijden, haalden afgelopen september een stiptheid van respectievelijk 89,48% en 89,77%. Beide treintypes reden in september 2020 en 2019 stipter.
Conclusie
Het klopt dat het in spoorjargon berekende ‘officiële’ stiptheidscijfer in september hoog is. De in minuten gerekende ‘werkelijke’ stiptheid ging er wel op achteruit. De claim is daarom eerder waar, al blijft er toch nog veel werk aan de winkel voor de NMBS.