“Ge gaat toch niet voor nen Wietie stemmen?”

Ronse, 8 februari 2018

De straten van de stad zijn verlaten. Het is acht uur ’s avonds. Het leven in Ronse stopt meestal rond deze tijd. In de Christen Volksbond, door de echte Ronsenaars ‘den Tap’ genoemd, brandt er nog licht. Daar vindt het grote verkiezingsdebat van regiomagazine Rondom plaats. De voornaamste politici van CD&V, Open Vld, Groen, SP.A, N-VA en de recent opgekomen PVDA discussiëren er over de grote thema’s van de komende gemeenteraadsverkiezingen. Voor de start van het debat luistert ’t Lamaar, een plaatselijk muziekgroepje, de avond op met Ronsische volksliedjes.

“Ze hebben de stad vol affiches gehangen,

Om de mensen mee te vangen

Over voorspoed en betere tijden

Niets daarvan kan mij verblijden

’t Is allemaal reklam en politiek gezwam”

Rebecca Verhellen moet lachen. Ze heeft dit liedje niet meer gehoord sinds 2000. Sinds het eerste debat van de Wieties.

***

Maart 2000

Een frisse lenteavond. Koen Lauwereyns is op weg naar de Kleine Markt. In café The Clubman heeft hij met een groep vrienden en kennissen afgesproken. Hij heeft een groots idee. The Clubman is de ideale verzamelplaats, pal in het stadscentrum, in de schaduw van de Sint-Hermeskerk oftewel de Gruute Kierke. De kroeg is één van de laatste authentieke volkscafés in Ronse. Gezellig, en vooral niet te druk. Een ideale uitvalbasis. En plus kent Koen uitbater Hervé al jaren.

Nadat Koen een paar keer de Kleine Markt is rondgereden – in het centrum van Ronse was het altijd al onmogelijk een parkeerplaats te vinden – stapt hij op The Clubman af. Nog voor hij aan de deur van het café staat, botst hij op Rebecca.

“Maar allez zeg! Ben jij hier ook?”, vraagt Koen met gespeelde verwondering.

“Onnozelaar”, lacht Rebecca.

Ze hebben dit samen op poten gezet. Bij Theater VTV, de plaatselijke toneelvereniging, hebben ze elkaar leren kennen. Koen speelt daar al sinds hij een snotneus van 17 is. Nu is hij vijftien jaar ouder en journalist bij Het Volk. Rebecca staat in het onderwijs. Ze geeft Gezondheid & Welzijn in het plaatselijke Atheneum. Ze maakte recent haar toneeldebuut, maar voelde zich meteen thuis in de groep.

Erg veel volk is er niet in The Clubman. Een paar vaste klanten aan de toog, een paar groepjes aan de tafels en achteraan zit een vrouw alleen aan een tafel te schrijven. Gilles Vanderkerken is er al. Iedereen in Ronse kent Gilles. Hij is voorzitter van de plaatselijke judoclub Samoerai, maar zit daarnaast nog in heel wat andere verenigingen. Hervé staat glimlachend achter zijn toog.

“Hij zit hier al sinds vier uur deze namiddag”, grinnikt hij.

“Ik kom graag op tijd”, bromt Gilles, en hij drinkt het kletske van zijn La Chouffe uit.

“De vlagjes hangen er al”, zegt Hervé tegen het drietal. “Je weet het zijn.” Het plafond van het achterzaaltje hangt vol rode en groene vlagjes.

“Ik heb hem dat gevraagd”, zegt Rebecca. “Voor een eerste vergadering mag het er toch een beetje feestelijk uitzien?”

Koen schiet in de lach. En we zijn vertrokken, dacht hij bij zichzelf.

Haastig worden er nog een paar tafels en stoelen bij elkaar gezet. Het bier staat koud en er worden schaaltjes gevuld met pindanootjes. Nu is het enkel nog wachten op de rest van de bende. Als iedereen komt opdagen, zijn ze met z’n twintigen. Aan de telefoon klonken ze allemaal erg enthousiast. Terwijl Gilles zich al tegoed doet aan de pinda’s, druppelt de rest van het gezelschap binnen. Mensen uit de toneelvereniging, collega-journalisten van Koen, cafékennissen van Rebecca … Het is een bont allegaartje. Als iedereen neerzit, neemt Koen het woord.

“Goeie avond, dames en heren. Welkom op de eerste vergadering van de Wieties.”

***

Er gebeurde niet veel in Ronse. Veel mensen wisten niet eens dat er iets als Ronse bestond. Ze gingen ervan uit dat Vlaanderen werd begrensd door Oudenaarde. Niemand trok zich iets aan van het kleine stadje dat ergens in een godvergeten put lag. Het leek alsof de tijd er was blijven stilstaan, alsof de stad in de jaren 60 in slaap sukkelde en nooit meer zou wakker worden.

Sinds de jaren 60 was de BSP (Belgische Socialistische Partij) de grootste partij in Ronse. Zij had al twee keer na elkaar de burgemeester geleverd en in 1983 gebeurde dat nog een derde keer. Toen werd Orphale Crucke met een verpletterende meerderheid tot burgemeester verkozen. Hij zou dat blijven tot 1994.

Orphale, bij de Ronsenaars bekend als Phalie, is een legendarische figuur in Ronse. De mensen hadden hem graag. Hij was een burgemeester die tussen zijn kiezers stond. Hij was jaren voorzitter van voetbalclub ASSA Ronse. Iedere zondag stond hij trouw aan de zijlijn. En hij praatte met de mensen. Bij Orphale konden de Ronsenaars altijd terecht. “Met Orphale kunt ge lachen. Ge kunt hem vertrouwen.”

Na elf jaar had hij beslist het burgemeesterslint door te geven. In 1995 werd hij opgevolgd door partijgenoot Walter Kerckhove. Het contrast kon niet groter zijn. Kerckhove was geen volksmens zoals zijn voorganger. Orphale stond iedere week met een plastic bierglas in zijn handen naar het voetbal te kijken, Kerckhove luisterde ’s avonds naar klassieke muziek en bezocht abdijen in zijn vrije tijd. Hij stond niet tussen de mensen, zoals Orphale. De BSP verloor alle voeling met haar kiezers. Al snel werd duidelijk dat een tweede ambtstermijn er niet in zat voor Kerckhove.

De CVP, voorloper van de huidige CD&V, rook haar kans om het stadhuis terug in handen te krijgen. Toen de gemeenteraadsverkiezingen van 2000 eraan kwamen, stelden ze een lijst samen die hen zo goed als zeker de overwinning zou opleveren. Ze hadden nog geen idee van wat er intussen in The Clubman gebeurde.

***

“We gaan eens aan de boom schudden”, zegt Koen. Het ging er in de Ronsische politiek nog altijd aan toe als twintig jaar geleden, het was tijd voor wat animo. Daarom zitten ze allemaal samen aan tafel. Ze willen iedereen die begaan was met de toekomst van de stad een stem geven. En die willen ze allemaal verzamelen onder de naam “Wieties”. Daarmee is meteen duidelijk dat humor hun voornaamste wapen wordt: Wietie is het Ronsische woord voor onnozelaar.

Zelf opkomen voor de verkiezingen is uitgesloten. Niemand had politieke ambities. Het zou ook onmogelijk geweest zijn om een duidelijke ideologie uit te stippelen. De Wieties komen uit verschillende politieke strekkingen:  flaminganten, franskiljons, liberalen, sossen, groenen, tsjeven. Alleen de liefde voor Ronse verbindt hen. Ze willen de Ronsenaars tonen dat het tijd was voor verandering. Dat ze moeten nadenken voor ze het stemhokje binnengaan. Dat ze hun stem enkel moeten geven aan kandidaten die het goed met Ronse menen, en niet aan mensen die gewoon hun zetel willen behouden of die zichzelf in de kijker willen zetten. Kortom, dat ze hun stem niet aan een Wietie moeten geven. Een ingewikkelde ideologie, maar het zou mensen sowieso aan het denken zetten. En dat is de bedoeling.

Er worden die avond heel wat ideeën en voorstellen op tafel gegooid, het ene al ridiculer dan het andere. Er wordt veel gelachen, veel bier gedronken en veel pindanootjes gegeten. Het is al vroeg in de ochtend wanneer Koen uiteindelijk The Clubman verlaat. Hij herinnert zichzelf eraan dat hij naar de persfotograaf van Het Volk moet bellen.

***

Een paar weken later kijken veel Ronsenaars raar op wanneer ze hun krant openslaan. Tussen de overlijdensberichten en de voetbaluitslagen staat een bizarre foto. Allerlei figuren staan plechtig naast elkaar met een papieren zak over hun hoofd. Boven het artikel de kop: “Ge gaat toch niet voor nen Wietie stemmen?” De mensen zijn verbaasd. Is dit een grap? Of moeten ze dit serieus nemen? Is dit echt een nieuwe partij? Waar komt dit vandaan? Wie zijn die Wieties? De foto wordt grondig bestudeerd. De gezichten zijn dan wel gecamoufleerd, toch menen de Ronsenaars een paar figuren te herkennen.

“Is dat niet dinges, hier? De dochter van Liban?”

“En hier, die grote, dat is Lauwereyns. Ik weet het zeker. Het kan alleen maar Lauwereyns zijn.”

“Zeg, maar die mens daarnaast, dat is toch die van de judo?”

“Wat, Van Barneveld? Maar nee, dat kan niet. Daar houdt die zich toch niet mee bezig?”

Toch wel. Harry Van Barneveld, achttien keer Belgisch kampioen judo en winnaar van de bronzen medaille op de Olympische Spelen van 1996, staat ook op de foto van de Wieties. De voormalige judoka woont op dat moment in Ronse. Hij heeft, met het winnen van de ARAL Grand Prix in Praag, net een punt gezet achter zijn professionele judocarrière. Hij komt nog vaak naar de trainingen van de plaatselijke judoclub Samoerai. Op één van die trainingen vertelt Gilles Vanderkerken hem over de plannen van de Wieties. Van Barneveld ligt in een deuk bij het idee van al die opgeschrikte politici en is maar al te enthousiast om mee te doen. Puur voor de lol, uiteraard. Hij heeft geen zin om actief lid te worden van de beweging. Maar een zak op zijn hoofd zetten en mee op de foto gaan staan? Met veel plezier. 

Al snel zijn de Wieties the talk of the town. Er wordt gespeculeerd over wie ze zijn en wat hun volgende actie wordt. Ook de politici hebben intussen het nieuws gehoord. Ze zijn, op z’n zachtst gezegd, niet zo opgetogen met de plotse komst van deze nieuwe speler. Vooral in het kamp van de CVP schuift men onrustig heen en weer. Als deze Wieties effectief opkomen, met namen als Harry Van Barneveld en Gilles Vanderkerken op hun lijst, dan dreigt de partij een pak stemmen verliezen. Net nu ze zich terug aan het opwerken is. Waar komen deze pipo’s zich ineens mee bemoeien?

***

Het is al laat op de avond wanneer de telefoon gaat ten huize Lauwereyns.

“Hallo, met Koen.”

“Dag Koen, het is Rebecca.”

Het wordt geen lang gesprek. Rebecca trekt zich terug uit de Wieties. Het is nooit haar bedoeling geweest om zoveel ophef te veroorzaken. Voor haar was het een onschuldige grap. Nu het serieus begint te worden, is de lol eraf voor haar. Ze heeft geen zin om op een lijst te staan , zelfs al is het geen echte lijst. Bovendien heeft ze al een paar discussies gehad met haar vader. Liban Verhellen stemt al zijn hele leven op de CVP. Dat zijn eigen dochter ineens deel uitmaakt van een beweging die zijn partij in de weg zou kunnen staan, gaat er bij hem niet in. Rebecca wil geen eindeloze ruzies. Het is haar al die moeite niet waard.

***

Niet veel later dient zich een nieuwe Wietie aan. Françoise Opsomer, geboren en getogen in Ronse. Ze zit vaak in The Clubman met een notitieboekje en twee vulpennen. Alleen aan een tafeltje schrijft ze teksten  voor haar copywriterbedrijf. Ze heeft intussen ook al over de Wieties gehoord. Françoise heeft veel sympathie voor wat ze proberen doen en voegt zich bij de jolige bende.

Ze komt geen moment te vroeg. De Wieties kunnen alle hulp gebruiken bij de voorbereiding van hun eerste grote event. De Cultuurschok is een debat over het cultuurbeleid van de stad Ronse en vindt plaats in cultureel centrum De Brouwerij. Tot hun grote verbazing zit de zaal stampvol. Iedereen wil zien wat de Wieties in petto hebben. De muziekgroep Drifter’s Wind opent de avond. Zij brengen Ierse folk, maar hebben speciaal voor die avond een oud Ronsisch protestliedje vanonder het stof gehaald.

“Ze hebben de stad vol affiches gehangen,

Om de mensen mee te vangen

Over voorspoed en betere tijden

Niets daarvan kan mij verblijden

’t Is allemaal reklam en politiek gezwam”

De toon is gezet. Er volgt een gesprek met de schepen van Cultuur, op de tafels staat er bier en pindanootjes, er is ambiance. In de maanden daarop organiseren de Wieties nog een paar debatten, altijd in dezelfde ludieke sfeer. Over het woonbeleid van de stad, over problemen in de zorgsector. Over alles waar de Ronsenaar dagelijks mee geconfronteerd wordt. Politici voelen zich nooit helemaal gerust op een Wietiesdebat. Er kan altijd plots iemand uit het publiek opstaan en hen het vuur aan de schenen leggen. Deze tussenkomsten zijn altijd part of the act, in scène gezet om de politici uit hun lood te slaan. Zoiets zie je niet vaak in Ronse.

Koen haalt voor het grote verkiezingsdebat zelfs de grote middelen boven. Via zijn connecties bij de pers haalt hij de ervaren Wetstraatjournalist Guy Tegenbos naar Ronse om het Wietiesdebat te modereren. Veel vrijdagavonden brengen Koen en Tegenbos samen door in restaurant Bonaparte in Nazareth. Tussen de vol-au-vent en de tiramisu worden de lijnen van het debat uitgezet.

De Wieties krijgen steeds meer bijval van de Ronsische kiezer. Zij zorgen tenminste voor ambiance, zij weten wat Ronse nodig heeft. Mensen spreken Koen regelmatig aan op straat: “Als de Wieties opkomen, mijn stem hebt ge zeker!” Het is allemaal best grappig, maar het wordt stilaan ook een beetje ongemakkelijk. Zijn er echt zoveel mensen die erop rekenen dat ze zullen opkomen?

Nog onwaarschijnlijker wordt het wanneer Koen op een dag telefoon krijgt van Agnes Van Crombrugge van CVP. De partij biedt aan om in kartel met de Wieties naar de verkiezingen te trekken.  Ze krijgen drie plaatsen tussen de eerste tien namen van de lijst, en er wordt hen één zetel beloofd. De Wieties weten niet wat ze horen.

De grap krijgt nu wel grote proporties. Koen begint te twijfelen aan het hele idee. Hij is tenslotte journalist. Hoewel politiek nieuws zijn domein niet is, moet hij toch opletten wat hij doet. Een beetje keet schoppen en een paar debatten op poten zetten, tot daar aan toe. Maar echt opkomen? Dat is nooit de bedoeling geweest. Hebben de Wieties het te ver gedreven? Hoog tijd om de knoop door te hakken. Komen ze op of niet?

***

September 2000

De verkiezingen loeren om de hoek. Niemand weet hoe het stembiljet er precies zal uitzien. Vooral bij de CVP is de stress groot. Als de Wieties echt opkomen met een sterke lijst, kunnen ze een groot aantal stemmen verliezen. Alle politieke partijen hebben hun lijsten ingediend. Behalve de Wieties.

Op 13 september verschijnt in de krant:

“De enige boodschap van de lijst Wieties was en is: stem voor kandidaten die de toekomst van deze stad stellen boven de persoonlijke ambitie, de partijstrategie en het eigenbelang. Tot onze verbijstering werd onze lijst gesolliciteerd door gevestigde partijen in een onrustwekkende recuperatiepoging waaraan we uiteraard onze medewerking niet wensten te verlenen. Ook tot onze verbijstering zegden vele mensen ons niet enkel hun steun maar ook hun stem toe, onze slogan ‘ge gaat toch niet voor nen wietie stemmen’ ten spijt.”

In hun typische stijl laten de Wieties weten dat ze passen voor de verkiezingen. CVP slaakt een zucht van verlichting. Een maand later winnen ze de verkiezingen, voor het eerst sinds 1959. Ze verslaan de BSP met een verschil van amper 75 stemmen. De euforie is groot.

***

Nu de gemeenteraadsverkiezingen achter de rug zijn, wil Koen een punt achter de Wieties te zetten. Nu ze de zak van hun hoofd getrokken hebben, is de lol eraf. Ze hebben zich goed geamuseerd en hier en daar een paar mensen aan het denken gezet. Tijd voor nieuwe uitdagingen.

Maar de rest van de groep wil niet stoppen. Het is niet omdat de verkiezingen voorbij zijn, dat ze de Ronsische politici niet meer in de gaten kunnen houden. Vooral Françoise Opsomer, die haar draai heeft gevonden bij de Wieties, staat erop hun werk verder te zetten. Met of zonder Koen.

Het wordt zonder. In de jaren die volgen neemt Françoise de fakkel over. Voortaan zit zij op vrijdagavond aan een tafeltje in restaurant Bonaparte om de debatten voor te bereiden. En hoewel de Wieties niet langer mysterieuze oproerkraaiers zijn, lokken ze nog altijd veel volk. Sommige evenementen worden jaarlijkse tradities. Sinds augustus 2001 organiseert de groep iedere laatste zondag van augustus ‘Tournee Générale’. Een dag vol wandel- en fietsactiviteiten, en ’s avonds varken aan het spit. Als sluitstuk van de avond is er een panelgesprek met een centrale politieke gast.

Het duurt niet lang vooraleer Françoise haar man meeneemt naar de vergaderingen. Maar Koen Lecluse heeft het niet zo hoog op met de Wieties. Hij vindt hun aanpak veel te volks, te amateuristisch. Het moet groter. En nu de andere Koen er niet meer is om de boel draaiende te houden, ziet hij zijn kans om de groep naar zijn hand te zetten. De vergaderingen vinden niet meer plaats in The Clubman, maar bij hem en Françoise thuis. Geen bier en pindanootjes, maar champagne en oesters. De Tournee Générales worden vervangen door culinaire avonden in verfijnde restaurants. In plaats van optredens van folkgroepen wil hij een klassiek orkest naar Ronse halen om de Negende symfonie van Haydn te spelen. Op de Grote Markt. In open lucht. Maar dat klassiek orkest hebben ze op de Grote Markt nooit gezien.

Langzaam aan muteert de Wieties in een vereniging waar eten en drinken het halen van politiek. Hun kaas- en wijnavonden worden bekender dan hun debatten. De rebellen van toen zijn ze al lang niet meer. Koen Lauwereyns ziet het gebeuren, maar voelt niet de drang om terug te keren. De Wieties zijn voor hem een afgesloten hoofdstuk.

***

18 maart 2006

Koen valt in zijn zetel in slaap. Als jonge vader zijn zijn nachten een stuk korter. Milaan-San Remo speelt op de televisie, maar hij kan zijn aandacht amper bij de wedstrijd houden. Filippo Pozzato is net uit het peloton ontsnapt wanneer een sms Koens gsm oplicht.

Le sort en est jeté. Geen Wieties meer. Gilles.”

Het was beslist. Een paar weken eerder was Koen Lauwereyns Gilles tegengekomen bij de bakker. Twintig minuten lang had hij hem opgehouden met verhalen over de Wieties.

“Het is niet meer hetzelfde, Koen”, had hij gezegd. “Die Lecluse weet niet waar hij mee bezig is. Champagne op de vergaderingen? En heb je gehoord dat hij een klassiek orkest naar hier wou halen?”

“Dat heb ik gehoord”, had Koen geantwoord.

“Nog niets hebben we gezien van zijn grote plannen, nog niets. Op die manier zie ik het niet meer zitten.”

Gilles vertelde dat de overblijvende Wieties een paar weken later zouden samenkomen. Ze hadden een boerderij gehuurd in Eine. Daar kon iedereen rustig zeggen wat op zijn lever lag en konden ze tot een oplossing komen.

“We zien wel wat het geeft”, had Gilles gezegd. En nu stuurde hij deze sms. Het verwondert Koen helemaal niet. Na alles wat hij van Gilles gehoord heeft, verwacht hij niets anders. Maar het doet hem wel iets. Op het moment dat Pozzato over de finish rijdt, beseft hij dat de tijd van de Wieties definitief voorbij is.

***

8 februari 2018

Het debat is afgelopen, maar de Volksbond is nog lang niet verlaten. Het café draait op volle toeren. Rebecca Verhellen zit aan een tafeltje met haar man Wim, voorzitter van het OCMW Ronse. Ze leerde hem kennen toen ze bij het bestuur van N-VA Ronse kwam. Een gewezen Wietie, nu bij de Vlaams-nationalisten. Iedereen weet wat haar vader daarvan zou zeggen, mocht hij nog in Ronse rondlopen.

Ook Françoise Opsomer is er. Ze praat met haar partijgenoot Hervé Suys. Beiden zijn nu lid van Groen. Hervé is zelfs lijstduwer voor 2018. Hij gaat tegenwoordig met zijn fiets naar de slager. Françoise staat vooral in voor de communicatie.

Koen heeft het debat aan zich laten voorbijgaan. Soms wil een mens op een donderdagavond ook gewoon eens rustig in de zetel liggen. Hij heeft het al druk genoeg. Een paar dagen geleden kreeg hij telefoon van een student journalistiek. Of hij een interview mocht komen afnemen over de Wieties, de burgerbeweging die hij in 2000 had opgericht. Zonder er lang over na te denken had hij geantwoord dat het geen probleem was.

Nu dringt het tot hem door. 2000? Is het echt al zolang geleden? Al bijna twintig jaar. In een flits ziet hij zichzelf weer The Clubman binnenstappen. Hij ruikt de vol-au-vent die Guy Tegenbos bestelde in restaurant Bonaparte. Hij hoort hoe de CVP hem voorstelt om in kartel naar de verkiezingen te gaan. Koen kan een glimlach niet onderdrukken. Hij drinkt zijn glas bier leeg en neemt nog een pindanootje.