Melkboeren, molenaars en bierbrouwers: vroeger vond je ze overal, vandaag moet je al goed zoeken om ze nog te vinden. De beroepen zijn dan wel met uitsterven bedreigd, toch blijven sommigen de passie voor hun vak behouden. Drie ambachtslieden vertellen hun verhaal, terwijl de tijd hen langzaam maar zeker uit het straatbeeld doet verdwijnen.
De Oostmolen van Gistel is oud, stoffig en versleten. Toch is het de favoriete plek van Louwis Legon (20), die enkele dagen per week komt werken in de molen. Louwis heeft zijn molenaarsdiploma nog maar een aantal maanden op zak, maar zijn interesse voor het beroep ontstond al op jonge leeftijd.
Gefascineerd door draaien
Het begon allemaal toen Louwis op driejarige leeftijd een draaitol kreeg voor zijn verjaardag. Die tol fascineerde hem enorm, waarna hij regelmatig voor de wasmachine zat om te kijken naar de draaibewegingen. “Als mijn moeder de was al had gedaan toen ik van school kwam, werd ik altijd kwaad”, lacht de molenaar. Louwis ging vanaf zijn twaalfde ook elk weekend naar zijn grootouders in Gistel, waar op dat moment veel molens gerestaureerd werden. Hij denkt dan ook dat hij daar de microbe voor het molenaarsleven te pakken kreeg. “In Vlaanderen werkt bijna elke molen op een andere manier. Daardoor was ik altijd wel door iets verrast als ik een molen bezocht.”
De kriebel om molenaar te worden, zit nochtans niet in de familie. Zijn ouders hebben een restaurant en de rest van de familie is vooral actief in de bedrijfswereld. Niemand verwachtte dan ook dat Louwis zijn vrije dagen zou doorbrengen tussen de draaiende wieken. “Ik moet toegeven dat veel familieleden even schrokken toen ik over mijn passie vertelde”, lacht de molenaar, “Maar soms kiezen mensen hun passie niet, hun passie kiest hen.”
Soms kiezen mensen hun passie niet, hun passie kiest hen.”
Louwis Legon
De jongste molenaar van België
Omdat hij zoveel interesse had, mocht Louwis van zijn ouders al op zestienjarige leeftijd een opleiding volgen om molenaar te worden. “Ik mocht eerst pas op mijn achttiende beginnen, maar ik kon niet wachten. In minder dan een jaar tijd heb ik de cursus afgerond, theorie en praktijk inbegrepen”, zegt de molenaar. Nadien moest hij ook een examen afleggen, en met succes: sinds 2019 heeft Louwis een diploma om het beroep uit te oefenen. Door de jonge leeftijd was hij zelfs even de jongste molenaar van België.
Nu hij een certificaat heeft, werkt Louwis meerdere dagen per week in de Oostmolen van Gistel. Daar moet hij de wieken zoveel mogelijk laten draaien en tegelijk rekening houden met onvoorziene weersomstandigheden om schade te voorkomen. Soms moet hij ook uitleg geven aan bezoekers, maar dat wordt hij snel beu. “Ik vertel graag over mijn passie, maar na enkele uren zie ik het niet meer zitten. Dan ga ik iets drinken op het terras en laat ik de mensen rustig rondkijken”, zegt Louwis.
Windstil betekent geen inkomsten
Louwis haalt veel voldoening uit zijn beroep. Zo geven de rondleidingen hem meer zelfvertrouwen. Daarnaast biedt de molen de mogelijkheid om even te ontsnappen aan het dagelijkse leven. “Als ik te veel op sociale media zit, ga ik vaak naar de molen. Dan laat ik hem ronddraaien en gaat het al een stuk beter.”
Toch heeft het beroep ook enkele nadelen. Molenaars moeten zich aan heel wat regels houden, en dat zorgt voor veel administratie. Daarnaast is het bijna onmogelijk om met het loon rond te komen. “Voor het geld moet je het echt niet doen. Als het bijvoorbeeld vijf dagen windstil is, heb ik vijf dagen geen inkomsten”, zegt Louwis. De molenaar heeft ook een vriendin, maar zij heeft het niet zo voor molens. “Mijn vriendin heeft duidelijk geen interesse in mijn beroep. Misschien is dat ook maar goed zo, want anders zou ik elke dag bij de molen zitten”, lacht Louwis.
[jetpack-related-posts]