Zonder ijver

| Dit artikel past in een opdracht voor studenten uit het tweede jaar met als onderwerp creatieve week.

Een stad ontwaakt pas wanneer het begint te schemeren. Rosanne zit binnen. Ze luiert wat op de bank en ziet het stof opdwarrelen in het ondergaande zonlicht. Haar donkerbruine haren golven over de leuning. Ze tuurt door het raam, haar ogen fonkelen. Ze realiseert zich dat de dag bijna om is. Net als vele andere stadsbewoners, zo blijkt. Iedereen rent de stad nog even in. Het drukke stadsleven ontpopt zich. De zon gaat onder, de stad komt tot leven.

Rosanne doorkruist de Sint – Amandsstraat. Weggedoken in een grote sjaal stapt ze stevig door. Een aroma van verse kaassaus en warm brood wekken haar hongergevoel op. Ze kijkt rond. De drukte en de hippe studenten in de straat staan in schril contrast met het grauwe kleurenpalet. De scherpe wind raast erdoorheen en mensen koersen, marcheren, rennen, rijden. Niemand draalt, niemand talmt. Iedereen heeft een plan.

‘Hulla Ballou’, ‘Bierologie’ en ‘The buzzy Bunch’ zijn overdag mistroostige panden. Zodra de kroegen in de Sint – Amandsstraat opengaan, gonst het er van leven. De vele peuken, kots en bierdoppen in de straatgroeven wijzen daarop, net als het versplinterde glas en de vuile kringen op de vensterbank. Op de stoep leest Rosanne de vage letters ‘Dare to live your life’. Morgen wordt ze zeventien. En wat is haar plan? Waar gaat zij heen? Ze weet het niet, maar ze wil het wel. Ze wil morgen de Sint – Amandsstraat doorstappen met ambitie.

Rosanne nadert de bushalte. Ze piekert over haar toekomst en knijpt haar ogen tot spleetjes. In de verte ziet ze een schimmig figuur zitten aan het bushokje. De oude man draagt een bruine winterjas en zet zijn hoed op. Zijn handen haakt hij in elkaar. Ongemakkelijk gaat Rosanne naast hem staan. De man is al grijs en ze voelt zich op de een of andere manier geïntimideerd door hem. Hij kijkt haar aan. “Gaat het?”, vraagt hij. Rosanne schrikt op. “Ja”, antwoordt ze kort. “Het leven loopt niet altijd van een leien dakje, nietwaar?” Ze glimlacht ongemakkelijk en hoopt dat de bus snel arriveert. “Als het even tegenzit, focus je dan op een nieuwe uitdaging. Het is gevaarlijk om je hoofd lang te laten hangen. Wat houdt je tegen?”, vraagt de man met een gruizige stem. Rosanne voelt dat de man met zijn wijze blik dwars door haar heen kijkt.

Vanuit de bus kijkt ze hem na. Hij wandelt een klein steegje in en verdwijnt in de schemering. Waar zou hij heen gaan?

Caro Dewilde